Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (WETSS 2008)


Artikel 11

(erkenning en tenuitvoerlegging)

1 Een voor erkenning vatbare beslissing, houdende een geldelijke sanctie, wordt erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6:1:1, 6:1:2, 6:1:9, 6:4:1, 6:4:3, 6:4:4, 6:4:5, 6:4:6 en 6:4:8 van het Wetboek van Strafvordering, tenzij in deze wet anders is bepaald.
2 Indien de ten uitvoer te leggen beslissing is opgelegd bij beschikking en betrekking heeft op gedragingen in strijd met de verkeersregels, met inbegrip van overtredingen van de rij- en rusttijdenwetgeving en van de wetgeving inzake gevaarlijke goederen zijn, in voorkomend geval, de artikelen 28 tot en met 30 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement Noord-Nederland bevoegd is de vordering tot het verlenen van de machtiging tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling te behandelen.
3 De officier van justitie en Onze Minister kunnen de tenuitvoerlegging opschorten gedurende de periode die nodig is om de ten uitvoer te leggen beslissing te laten vertalen.
4 Behoudens de in artikel 12 genoemde gevallen blijft de hoogte van de opgelegde geldelijke sanctie ongewijzigd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2020 wijziging Stb 2017 82 (pdf) 34086 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2019 504 (pdf) 35311 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-2009 vernummerd-wijziging Stb 2009 124 (pdf) 31555 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2007 nieuwe-regeling Stb 2007 354 (pdf) 30699 MvT (web) MvT (pdf)