Wet wapens en munitie (WWM)


§ 2

Erkenning

Artikel 9 1 Het is verboden zonder erkenning een wapen of munitie te vervaardigen, te transformeren of in de uitoefening van een bedrijf uit te wisselen, te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen, te herstellen, te beproeven of te verhandelen. Dit verbod is ook van toepassing op het onderhandelen over of regelen van transacties voor de aankoop, verkoop of levering van wapens of munitie of het organiseren van de overbrenging van wapens of munitie binnen, naar of vanuit een lidstaat van de Europese Unie.
2 Bevoegd tot het verlenen en intrekken van een erkenning, alsmede het verlengen van de geldigheidsduur daarvan, is de korpschef. Een erkenning heeft een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaren en kan telkens met ten hoogste vijf jaren worden verlengd.
3 Een erkenning heeft uitsluitend betrekking op de daarin genoemde handelingen, soorten wapens en munitie en bedrijfseenheden. Indien de handelingen worden verricht in de uitoefening van een bedrijf, strekt de werking van de erkenning zich mede uit tot de beheerder.
4 Indien een redelijk belang dit vordert, kan de korpschef bepalen dat de erkenning tevens inhoudt vergunning tot vervoer van wapens en munitie van de categorieën II en III.
5 Onze Minister kan bij regeling vrijstelling van het verbod van het eerste lid verlenen met betrekking tot:
a. wapens van categorie IV;
b. het vervaardigen of transformeren van munitie door personen die bevoegd zijn een wapen of munitie voorhanden te hebben.
6 Een erkenning strekt niet tot de ombouw of aanpassing van een wapen van categorie II, sub 6°, of categorie III, sub 2° of sub 4°, tot een vuurwapen.
7 Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot erkenning of een verzoek tot het verlengen van een erkenning.

Artikel 9a 1 De houder van een erkenning of de beheerder meldt verdachte transacties rond de verwerving van munitie, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Richtlijn bij de korpschef.
2 Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat in elk geval onder verdachte transacties wordt verstaan.

Artikel 10 1 Een erkenning wordt geweigerd indien:
a. de aanvrager of, indien deze een bedrijf uitoefent, de beheerder, niet voldoet aan de door Onze Minister vastgestelde eisen met betrekking tot leeftijd, zedelijk gedrag en vakbekwaamheid;
b. de ruimte waarin de handelingen worden verricht niet voldoet aan de door Onze Minister vastgestelde eisen van beveiliging; of
c. er reden is om te vrezen dat aan de beheerder het onder zich hebben van wapens of munitie niet kan worden toevertrouwd.
2 Voor de bij regeling van Onze Minister te onderscheiden categorieën van erkenningen kunnen verschillende eisen worden vastgesteld.

Artikel 11 Vervallen

Artikel 12 Een erkenning kan worden ingetrokken:
a. bij niet inachtneming van de op grond van artikel 42 vastgestelde regels;
b. indien er aanwijzingen zijn dat aan de beheerder het onder zich hebben van wapens of munitie niet langer kan worden toevertrouwd; of
c. indien de houder van de erkenning gedurende ten minste een jaar de handelingen waarop de erkenning betrekking heeft, niet heeft verricht.