Wet tijdelijk huisverbod (Wth)


Artikel 4 1 Indien het gevaar, bedoeld in artikel 2, eerste lid, zich voordoet, is de burgemeester of een ambtenaar van politie met het oog op het opleggen van het huisverbod, bevoegd de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van diens taak nodig is.
2 De ambtenaar van politie vordert van de uithuisgeplaatste de huissleutel of huissleutels en is bevoegd deze zo nodig na de uithuisgeplaatste daartoe aan de kleding onderzocht te hebben, aan de uithuisgeplaatste te ontnemen tegen afgifte van een bewijs van ontvangst.
3 Voor de controle op de naleving van het huisverbod zijn ambtenaren van politie bevoegd elke plaats waar de uithuisgeplaatste zich op grond van het huisverbod niet mag bevinden, te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.