Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wv Wft)


Hoofdstuk 2

Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek

§ 2.4a

Informatie over uiteindelijk belanghebbenden

Artikel 10a 1 In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt in deze paragraaf onder uiteindelijk belanghebbende verstaan: de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit dan wel over een trust of een soortgelijke juridische constructie als bedoeld in artikel 2, derde lid, en artikel 3 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.
2 In deze paragraaf wordt onder vennootschap of andere juridische entiteit verstaan: een in Nederland opgerichte vennootschap of andere juridische entiteit die een van de volgende rechtsvormen heeft:
a. een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap, niet zijnde een vennootschap die als uitgevende instelling is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PbEU 2004, L 390), dan wel aan vergelijkbare internationale standaarden met inbegrip van een 100 procent dochtermaatschappij van een dergelijke vennootschap, een Europese naamloze vennootschap met de statutaire zetel in Nederland en een Europese coöperatieve vennootschap met de statutaire zetel in Nederland;
b. een kerkgenootschap;
c. een vereniging, een vereniging van eigenaars, een onderlinge waarborgmaatschappij, een coöperatie of een stichting;
d. een maatschap, een commanditaire vennootschap, een vennootschap onder firma, een rederij of een Europese economisch samenwerkingsverband;
e. overige privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007.
3 In deze paragraaf wordt onder een trust of soortgelijke juridische constructie verstaan: een trust of soortgelijke juridische constructie als bedoeld in artikel 2, derde lid, en artikel 3 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.
4 In deze paragraaf wordt een soortgelijke juridische constructie gelijkgesteld aan een trust en wordt onder een trustee mede verstaan degene die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie heeft als een trustee in een trust.
5 Bij algemene maatregel van bestuur worden de categorieën natuurlijke personen aangewezen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10b 1 Vennootschappen en andere juridische entiteiten winnen de gegevens en de bescheiden, bedoeld in artikel 15a, tweede, onderscheidenlijk derde lid, van de Handelsregisterwet 2007, over wie hun uiteindelijk belanghebbenden zijn in en houden deze bij. Deze gegevens en bescheiden zijn toereikend, accuraat en actueel.
2 Een uiteindelijk belanghebbende verschaft de vennootschap of andere juridische entiteit alle informatie die noodzakelijk is om te voldoen aan het eerste lid.
3 Trustees winnen de gegevens en de bescheiden, bedoeld in artikel 5 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, over wie de uiteindelijk belanghebbenden van de trust zijn in en houden deze bij. Deze gegevens en bescheiden zijn toereikend, accuraat en actueel.
4 Een uiteindelijk belanghebbende van een trust verschaft de trustee alle informatie die noodzakelijk is om te voldoen aan het derde lid.

Artikel 10c 1 Een instelling doet melding aan de Kamer van Koophandel van iedere discrepantie die zij aantreft tussen een gegeven omtrent een uiteindelijk belanghebbende dat zij verstrekt heeft gekregen uit het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en de informatie over die uiteindelijk belanghebbende waarover zij uit anderen hoofde beschikt.
2 Op een melding als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 33, 34, tweede en derde lid, 35 en 36 van de Handelsregisterwet 2007 van toepassing.
3 Het eerste lid is niet van toepassing indien een instelling op grond van artikel 16 een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie meldt aan de Financiële inlichtingen eenheid.
4 Ten behoeve van de naleving van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 11a van de Advocatenwet, en zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht in artikel 22 van de Wet op het notarisambt.
5 Bij een melding als bedoeld in het eerste lid verstrekt een instelling de gegevens, bedoeld in artikel 15a, tweede lid, onderdelen a en e, van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 5, derde lid, onderdelen a en f, van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, waarover zij beschikt en kan zij de bescheiden, bedoeld in artikel 15a, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 5, vierde lid, van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, verstrekken waarover zij beschikt.
6 De Kamer van Koophandel bepaalt de wijze waarop een melding als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan.