Wet ruimtelijke ordening (Wro)


Hoofdstuk 7

Handhaving en toezicht op de uitvoering

Artikel 7.1 1 Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2 Het in artikel 5.2, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bedoelde bestuursorgaan heeft tot taak zorg te dragen voor bestuursrechtelijke handhaving van de op grond van het bepaalde bij of krachtens deze wet voor degene die het project, bedoeld in dat lid, uitvoert, geldende voorschriften.
3 Met betrekking tot de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn de artikelen 5.3 tot en met 5.25 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

Artikel 7.2 Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met:
a. een voorbereidingsbesluit of een verklaring als bedoeld in artikel 4.1, vijfde lid, of 4.3, vierde lid, voor zover hierbij toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, maar geen toepassing is gegeven aan de tweede volzin van dat lid;
b. regels die zijn gesteld krachtens deze wet voor zover de overtreding daarvan is aangemerkt als strafbaar feit en voor zover daarop artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet van toepassing is.

Artikel 7.3 Vervallen

Artikel 7.4 Vervallen

Artikel 7.5 Vervallen

Artikel 7.6 Vervallen

Artikel 7.7 Vervallen

Artikel 7.8 Vervallen

Artikel 7.9 Vervallen

Artikel 7.10 Vervallen