Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra)


Artikel 5b 1 In geval van benoeming van een rechterlijk ambtenaar in een bij een gerechtshof of rechtbank te vervullen ambt als bedoeld in artikel 2, eerste, zesde en achtste lid, wordt bij besluit van de Raad voor de rechtspraak, overeenkomstig de aanbeveling van het betrokken gerechtsbestuur, vastgesteld bij welk gerechtshof of welke rechtbank dat ambt door hem wordt vervuld.
2 In geval van benoeming van een rechterlijk ambtenaar in een bij een tot het openbaar ministerie behorend parket te vervullen ambt als bedoeld in artikel 2, tweede, derde en achtste lid, wordt bij besluit van Onze Minister vastgesteld bij welk parket dat ambt door hem wordt vervuld. De eerste volzin is niet van toepassing in geval van een benoeming in het ambt van procureur-generaal of landelijk hoofdadvocaat-generaal.
3 In geval van een benoeming van een rechterlijk ambtenaar in een bij een tot het openbaar ministerie behorend parket te vervullen ambt door het College van procureurs-generaal als bedoeld in artikel 2, vierde en vijfde lid, wordt bij besluit van het College van procureurs-generaal vastgesteld bij welk parket dat ambt door hem wordt vervuld.
4 Wijziging op verzoek van de betrokken rechterlijk ambtenaar van de vaststelling van het gerechtshof of de rechtbank onderscheidenlijk het parket waarbij een ambt als bedoeld in het eerste lid, tweede lid onderscheidenlijk derde lid wordt vervuld, geschiedt eveneens bij besluit van de Raad voor de rechtspraak, Onze Minister onderscheidenlijk het College van procureurs-generaal.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2017 wijziging Stb 2015 456 (pdf) 34162 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 wijziging Stb 2012 313 (pdf) 32891 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2011 wijziging Stb 2010 857 (pdf) 31822 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2010 nieuw Stb 2009 8 (pdf) 31227 MvT (web) MvT (pdf)