Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra)


Artikel 46h 1 De rechterlijk ambtenaar wordt op eigen verzoek bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister ontslagen.
2 Ontslag als bedoeld in het eerste lid wordt verleend met ingang van een dag niet vroeger dan een maand of later dan drie maanden na de dag waarop het verzoek om ontslag is ontvangen. Van het bepaalde in de vorige volzin kan worden afgeweken indien de rechterlijk ambtenaar hierom verzoekt.
3 Met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de rechterlijk ambtenaar de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, wordt hij bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister ontslagen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-07-2010 wijziging Stb 2009 8 (pdf) 31227 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2002 nieuw Stb 2001 582 (pdf) 27181 MvT (web) MvT (pdf)