Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra)


Artikel 44a 1 In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder nevenbetrekkingen: de betrekkingen die rechterlijke ambtenaren buiten hun ambt vervullen.
2 De kennisgevingen, bedoeld in artikel 44, vijfde lid, en de gegevens over een nevenbetrekking, bedoeld in artikel 44, zevende lid, onderdelen a tot en met e, worden per gerecht, parket dan wel parket-generaal opgenomen in een register. De functionele autoriteit is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de in het register opgenomen gegevens van de bij zijn gerecht, parket dan wel parket-generaal werkzame rechterlijke ambtenaren.
3 Het register wordt jaarlijks geactualiseerd.
4 Het register wordt in elektronische vorm openbaar gemaakt en kan tevens worden ingezien bij het desbetreffende gerecht, het desbetreffende parket dan wel het parket-generaal.
5 Tegen betaling van de kostprijs is een afschrift van een door de aanvrager op te geven gedeelte uit het register verkrijgbaar.
6 In afwijking van het vierde lid kan de functionele autoriteit met betrekking tot een nevenbetrekking van een rechterlijk ambtenaar beslissen dat de gegevens, bedoeld in artikel 44, zevende lid, onderdelen b en c, met het oog op diens veiligheid, niet of niet volledig openbaar worden gemaakt.
7 Indien op grond van het zesde lid met betrekking tot een nevenbetrekking van een rechterlijk ambtenaar gegevens niet of niet volledig openbaar worden gemaakt, deelt de functionele autoriteit een procespartij in een zaak die door die rechterlijk ambtenaar wordt behandeld, op haar verzoek mee of de desbetreffende nevenbetrekking verband houdt met door haar aan te geven bedrijven en instanties die bij haar zaak betrokken zijn, tenzij dit een gevaar voor de veiligheid van de rechterlijk ambtenaar oplevert.
8 Na beƫindiging van een nevenbetrekking blijven de gegevens over de nevenbetrekking gedurende een termijn van drie jaar bewaard in het register.
9 In het register wordt ten aanzien van de plaatsvervangers die gedurende een termijn van twee jaar niet zijn opgeroepen voor het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5f, tweede lid, en gedurende die termijn evenmin tijdelijk zijn aangewezen als bedoeld in artikel 5f, derde lid, vermeld dat zij gedurende die termijn niet als zodanig zijn opgeroepen of aangewezen.
10 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de uitvoering van dit artikel.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 36243 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2017 wijziging Stb 2015 456 (pdf) 34162 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 nieuw Stb 2012 220 (pdf) 29937 MvT (web) MvT (pdf)