Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra)


Artikel 42 1 Voor schade die een rechterlijk ambtenaar bij de vervulling van zijn ambt aan een derde toebrengt en waarvoor hij zelf krachtens de wet aansprakelijk zou zijn, is jegens de derde uitsluitend de Staat aansprakelijk.
2 Voor schade als bedoeld in het eerste lid en voor schade die hij bij de vervulling van zijn ambt aan de Staat toebrengt, is een rechterlijk ambtenaar jegens de Staat niet aansprakelijk, behalve voor zover de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid.
3 Voor schade die een gevolg is van een rechterlijke uitspraak is een rechterlijk ambtenaar niet aansprakelijk.
4 Onze Minister kan de betrokken rechterlijk ambtenaar bij besluit verplichten om ter zake van schade waarvoor deze op grond van het tweede lid aansprakelijk is, aan de Staat ter finale kwijting een vergoeding te betalen.
5 In het besluit wordt het bedrag van de vergoeding vermeld. Indien het bedrag nog niet kan worden vastgesteld, worden de reden daarvan en zo mogelijk een voorlopige raming van het bedrag in het besluit vermeld, waarna Onze Minister zo spoedig mogelijk bij afzonderlijk besluit het bedrag vaststelt.
6 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing als artikel 113, derde lid, van de Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie («EOM») (PbEU 2017, L 283) van toepassing is.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
07-05-2021 wijziging Stb 2021 155 (pdf) 35429 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2017 wijziging Stb 2015 456 (pdf) 34162 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2010 wijziging Stb 2009 8 (pdf) 31227 MvT (web) MvT (pdf)
15-10-2005 wijziging Stb 2005 455 (pdf) 28863 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1997 nieuwe-regeling Stb 1996 590 (pdf) 24220 MvT (web) MvT (pdf)