Wet publieke gezondheid (Wpg)


Artikel 58p

Inreisverplichtingen bedrijfsmatig en niet-bedrijfsmatig personenvervoer

1 In een krachtens artikel 58o, tweede lid, vast te stellen ministeriële regeling kan ten aanzien van de reiziger die vertrekt vanuit een door Onze Minister aangewezen gebied in het buitenland of die reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba, worden bepaald dat:
a. de aanbieder van bedrijfsmatig personenvervoer uitsluitend vervoer aanbiedt, toegang daartoe verschaft of gebruik daarvan toestaat, indien de reiziger aan de aanbieder een testuitslag kan tonen waaruit blijkt dat hij op het moment van testen niet was geïnfecteerd met de betreffende ziekteverwekker of een verklaring als bedoeld in artikel 58u, kan tonen, eventueel vergezeld van het voorgeschreven document als bedoeld in dat artikel;
b. de reiziger bij de toegang tot het vervoermiddel en tijdens het vervoer beschikt over een testuitslag waaruit blijkt dat hij op het moment van testen niet was geïnfecteerd met de betreffende ziekteverwekker, de reiziger verplicht is deze op verzoek te tonen aan de aanbieder van bedrijfsmatig personenvervoer en verplicht is om de testuitslag te bewaren gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen termijn en deze op verzoek te tonen aan de toezichthouder;
c. ten aanzien van inreis in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, de reiziger direct na aankomst beschikt over een testuitslag waaruit blijkt dat hij op het moment van testen niet was geïnfecteerd met de betreffende ziekteverwekker, en een verplichting voor de reiziger om de testuitslag te bewaren gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen termijn en deze op verzoek te tonen aan de toezichthouder.
2 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de reiziger die heeft verbleven in een door Onze Minister aangewezen gebied in het buitenland of reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba, anders dan met gebruikmaking van bedrijfsmatig personenvervoer als bedoeld in het eerste lid, bij inreis in Nederland beschikt over een testuitslag waaruit blijkt dat hij op het moment van testen niet was geïnfecteerd met de betreffende ziekteverwekker en om die testuitslag te bewaren gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen termijn en deze op verzoek te tonen aan de toezichthouder.
3 Bij ministeriële regeling worden nadere eisen gesteld aan de test, bedoeld in het eerste en tweede lid, die betrekking kunnen hebben op:
a. de vaststelling van de identiteit van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de wijze waarop de testuitslag wordt aangetoond;
d. de termijn waarbinnen de test moet zijn uitgevoerd ten opzichte van het moment van inreis in Nederland.
4 Ten aanzien van inreis in Bonaire, Sint Eustatius of Saba geschiedt de aanwijzing van gebieden, bedoeld in het eerste of tweede lid, na overleg met de gezaghebber.
5 Ten aanzien van inreis in Bonaire, Sint Eustatius of Saba kan de in het tweede lid bedoelde testuitslag in bij ministeriële regeling bepaalde gevallen ook worden verkregen direct na het moment van aankomst.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
20-05-2022 vervallen Stb 2020 441 (pdf) 35526 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-2021 wijziging Stb 2021 242 (pdf) 35808 MvT (web) MvT (pdf)
09-01-2021 wijziging Stb 2021 3 (pdf) 35695 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2020 nieuw Stb 2020 441 (pdf) 35526 MvT (web) MvT (pdf)