Wet publieke gezondheid (Wpg)


Artikel 22 1 De arts die bij een door hem onderzocht persoon een infectieziekte behorend tot groep A1 of A2 vermoedt of vaststelt, meldt dit onverwijld aan de gemeentelijke gezondheidsdienst.
2 De arts die bij een door hem onderzocht persoon een infectieziekte behorend tot groep B1, B2 of C vaststelt, dan wel een vermoeden heeft dat deze persoon lijdt aan difterie, een humane infectie veroorzaakt door een dierlijk influenzavirus of rabies, meldt dit binnen 24 uur aan de gemeentelijke gezondheidsdienst.
3 De arts die gegronde redenen heeft om bij een persoon een infectieziekte behorend tot groep B1 of B2 te vermoeden, meldt dit binnen 24 uur aan de gemeentelijke gezondheidsdienst, indien die persoon weigert het onderzoek te ondergaan dat noodzakelijk is ter vaststelling van die ziekte en daardoor ernstig gevaar voor de volksgezondheid door de verspreiding van die infectieziekte kan ontstaan.
4 Bij regeling van Onze Minister kan vrijstelling worden verleend van de meldingsplicht, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, met ingang van een daarbij te bepalen tijdstip en met inachtneming van daarbij te stellen voorwaarden.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 36194 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2011 wijziging Stb 2011 285 (pdf) 32195 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2008 nieuwe-regeling Stb 2008 460 (pdf) 31316 MvT (web) MvT (pdf)