Wet openbare manifestaties (WOM)


Artikel VI Tot de inwerkingtreding van de door de gemeenteraad vast te stellen regels bedoeld in de artikelen 3 en 4 van artikel I van deze wet, doch uiterlijk tot drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet, gelden met betrekking tot de voorafgaande kennisgeving van samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergaderingen en betogingen, de volgende bepalingen:
a. Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, een vergadering of een betoging te houden, geeft daarvan ten minste 48 uur voor de aanvang schriftelijk kennis aan de burgemeester.
b. Voor op vooraf bepaalbare tijdstippen regelmatig terugkerende samenkomsten als bedoeld in onderdeel a, uitgaande van een kerkgenootschap, een zelfstandig onderdeel daarvan of een genootschap op geestelijke grondslag, is een eenmalige kennisgeving voldoende.
c. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de termijn van 48 uur verkorten en een mondelinge kennisgeving voldoende verklaren.
d. Bij de kennisgeving kan de burgemeester een opgave verlangen van:
1°. naam en adres van degene die de samenkomst, vergadering of betoging houdt;
2°. het doel van de samenkomst, vergadering of betoging;
3°. de datum waarop de samenkomst, vergadering of betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;
4°. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging;
5°. de wijze van samenstelling;
6°. maatregelen die degene die de samenkomst, vergadering of betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.
e. Degene die de kennisgeving doet ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld.