Wet open overheid (Woo)


Hoofdstuk 10

Slotbepalingen

Artikel 10.1

Intrekking Wet openbaarheid van bestuur

De Wet openbaarheid van bestuur wordt ingetrokken.

Artikel 10.2

Overgangsrecht actieve openbaarmaking

1 Bij tijdelijke regeling van Onze Minister wordt bepaald welke onderdelen van artikel 3.3, eerste en tweede lid, niet van toepassing zijn op in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode.
2 Bij tijdelijke regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat:
a. voor in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode in afwijking van artikel 3.3, vierde of vijfde lid, bij in die regeling aangewezen onderdelen van artikel 3.3, eerste en tweede lid, een andere periode geldt waarbinnen de openbaarmaking plaatsvindt, of
b. voor in die regeling aangewezen bestuursorganen voor een in die regeling bepaalde periode het in die regeling aangewezen type beschikkingen als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, onderdeel k, de verplichting tot openbaarmaking reeds geldt of nog niet van toepassing is.

Artikel 10.2a

Overgangsrecht bestaande documenten

De in artikel 3.3, eerste en tweede lid, opgenomen verplichting tot openbaarmaking geldt niet voor documenten die zijn vastgesteld of ontvangen voordat deze verplichting op het bestuursorgaan waarbij de documenten berusten, van toepassing is geworden.

Artikel 10.2b

Overgangsrecht adviezen Raad van State

1 Zolang artikel 3.3, tweede lid, onderdeel e, niet in werking is getreden, draagt de Afdeling advisering van de Raad van State zorg voor de openbaarmaking van:
a. adviezen van de Afdeling advisering, door Ons gevraagd;
b. adviezen als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Raad van State;
c. voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur als bedoeld in artikel 21a van de Wet op de Raad van State.
2 Artikel 3.3 vierde lid, is van toepassing, tenzij Onze Minister die het rechtstreeks aangaat heeft verzocht om toepassing van artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a.

Artikel 10.2c

Overgangsrecht DNB en AFM

Gedurende drie jaar na de inwerkingtreding van artikel 9.74 blijft artikel 1, aanhef en onderdelen b en c, van het Besluit bestuursorganen WNo en Wob, zoals dat luidde op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 9.74, van overeenkomstige toepassing op verzoeken om informatie die op dat tijdstip berust bij de Nederlandsche Bank N.V. of de Stichting Autoriteit Financiƫle Markten.

Artikel 10.2d

Samenloop artikel 10.2b en Rijkswet Koninkrijksgeschillen

Wijzigt deze wet.

Artikel 10.2f

Vervallen hoofdstuk 6

1 Hoofdstuk 6 vervalt bij koninklijk besluit, met dien verstande dat de voordracht voor dat koninklijk besluit niet eerder gedaan wordt dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2 Met ingang van het tijdstip waarop hoofdstuk 6 vervalt, komt artikel 7.2, tweede lid, als volgt te luiden:
2 Het college adviseert Onze Minister over de stand van de informatiehuishouding in het bestuur en de toegang tot de publieke informatie.

Artikel 10.2g

Vervallen artikel 10.2e

Wijzigt deze wet.

Artikel 10.3

Inwerkingtreding

1 Deze wet treedt, met uitzondering van artikel 3.3, eerste en tweede lid, in werking met ingang van de eerste dag van de zevende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2 Artikel 3.3, eerste en tweede lid, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 10.4

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet open overheid.