Wet op het consumentenkrediet (WCK)
Hoofdstuk I
Algemene bepalingen
Afdeling 1Definities
Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:a. krediettransactie: iedere overeenkomst en ieder samenstel van overeenkomsten met de strekking dat:
1°. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) een geldsom ter beschikking wordt gesteld en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet,
2°. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) het genot van een roerende zaak wordt verschaft of een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst wordt verleend en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet, of
3°. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer), dan wel ten behoeve van deze aan een derde partij (de leverancier) een geldsom ter beschikking wordt gesteld ter zake van het verschaffen van het genot van een roerende zaak of het verlenen van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst aan de tweede partij, en de tweede partij aan de eerste partij of aan de derde partij een of meer betalingen doet;
b. vervallen;
c. vervallen;
d. vervallen;
e. vervallen;
f. vervallen;
g. vervallen;
h. vervallen;
i. vervallen;
j. vervallen;
k. vervallen;
l. vervallen;
m. vervallen;
n. gemeentelijke kredietbank: een instelling voor kredietverlening, opgericht door een of meer gemeenten.
Afdeling 2
Beperking van de reikwijdte van de wet
Artikel 2 VervallenArtikel 3 Vervallen
Artikel 4 Vervallen
Afdeling 3
Gemeentelijke kredietbanken
Artikel 5 VervallenArtikel 6 Vervallen
Artikel 7 Vervallen
Artikel 8 Vervallen
Hoofdstuk II
De kredietgever
Afdeling 1De vergunning
Artikel 9 VervallenArtikel 10 Vervallen
Artikel 11 Vervallen
Artikel 12 Vervallen
Artikel 13 Vervallen
Artikel 14 Vervallen
Artikel 14a Vervallen
Artikel 14b Vervallen
Artikel 14c Vervallen
Artikel 15 Vervallen
Artikel 16 Vervallen
Artikel 17 Vervallen
Artikel 18 Vervallen
Artikel 19 Vervallen
Afdeling 2
Het register
Artikel 20 VervallenArtikel 21 Vervallen
Artikel 22 Vervallen
Afdeling 3
Overige bepalingen
Artikel 23 VervallenArtikel 24 Vervallen
Artikel 25 Vervallen
Hoofdstuk III
Werving, bemiddeling en behandeling van kredietaanvragen
Artikel 26 VervallenArtikel 27 Vervallen
Artikel 28 Vervallen
Artikel 29 Vervallen
Hoofdstuk IV
De krediettransactie
Afdeling 1Het aangaan van een krediettransactie
Artikel 30 VervallenArtikel 31 Vervallen
Artikel 32 Vervallen
Afdeling 2
Nietigheden
Artikel 33 VervallenAfdeling 3
Kredietvergoeding en betalingen
Artikel 34 VervallenArtikel 35 Vervallen
Artikel 36 Vervallen
Artikel 37 Vervallen
Artikel 38 Vervallen
Artikel 39 Vervallen
Afdeling 4
Pandrecht en eigendomsvoorbehoud
Artikel 40 VervallenArtikel 41 Vervallen
Artikel 42 Vervallen
Artikel 43 Vervallen
Afdeling 5
Overige bepalingen
Artikel 44 VervallenArtikel 45 Vervallen
Artikel 46 Vervallen
Hoofdstuk V
Schuldbemiddeling
Artikel 47 1 Schuldbemiddeling is verboden.2 Onder schuldbemiddeling wordt verstaan het in de uitoefening van een bedrijf of beroep, anders dan door het aangaan van een krediettransactie, verrichten van diensten, gericht op de totstandkoming van een regeling met betrekking tot de bestaande schuldenlast van een natuurlijke persoon, geheel of gedeeltelijk voortvloeiend uit een of meer krediettransacties.
Artikel 48 1 Het in artikel 47, eerste lid, bedoelde verbod is niet van toepassing op schuldbemiddeling:
a. om niet;
b. door gemeenten, gemeentelijke kredietbanken of instellingen, die zich in opdracht en voor rekening van gemeenten met schuldbemiddeling bezighouden;
c. door advocaten, curatoren en bewindvoerders ingevolge de Faillissementswet of ingevolge artikel 383, zevende lid, dan wel artikel 435, zevende lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, notarissen, deurwaarders, registeraccountants en accountants-administratieconsulenten;
d. door natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel categorieën daarvan, aan te wijzen bij algemene maatregel van bestuur.
2 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor het verrichten van schuldbemiddeling als bedoeld in het eerste lid een certificaat is vereist en dat de vergoeding voor schuldbemiddeling voor ingevolge het eerste lid, onder d, aangewezen personen of categorieën van personen niet meer mag bedragen dan een daarbij te bepalen percentage van het bedrag van de schulden, voor zover daaromtrent een regeling is tot stand gekomen, dat de vergoeding niet meer mag bedragen dan de kosten van de bemiddeling, alsmede dat geen vergoeding mag worden bedongen, in rekening gebracht of aanvaard indien geen regeling is tot stand gekomen. Deze regels kunnen verschillen naar gelang van de aangewezen personen of categorieën van personen, waarop zij betrekking hebben.
3 Nietig is een overeenkomst, voor zover daarbij wordt afgeweken van het bij of krachtens het tweede lid bepaalde.
Artikel 48a Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde zijn belast de bij ministeriële regeling aangewezen personen.
Hoofdstuk VI
Beroep
Artikel 49 VervallenHoofdstuk VII Artikel 50 Vervallen
Artikel 51 Vervallen
Artikel 52 Vervallen
Artikel 53 Vervallen
Artikel 54 Vervallen
Artikel 55 Vervallen
Artikel 56 Vervallen
Hoofdstuk VIII
Toezicht op de naleving
Artikel 57 VervallenArtikel 58 Vervallen
Artikel 59 Vervallen
Artikel 60 Vervallen
Artikel 61 Vervallen
Artikel 62 Vervallen
Artikel 63 Vervallen
Hoofdstuk IX
Uitvoering van de wet
Artikel 64 VervallenArtikel 65 Vervallen
Artikel 66 Vervallen
Artikel 67 Vervallen
Artikel 68 Vervallen
Hoofdstuk X
Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 69 VervallenArtikel 70 Vervallen
Artikel 71 Vervallen
Artikel 72 Vervallen
Artikel 73 Vervallen
Artikel 74 Vervallen
Artikel 75 Vervallen
Artikel 76 Vervallen
Artikel 77 Vervallen
Artikel 78 Vervallen