Wet op de rechtsbijstand (WRB)
Hoofdstuk IIIa
De verlening van rechtsbijstand in grensoverschrijdende geschillen binnen de Europese Unie
Artikel 23a In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:a. richtlijn: de richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen;
b. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie met uitzondering van Denemarken.
Afdeling 1
Rechtzoekenden die wonen in een andere lidstaat dan Nederland
Artikel 23b 1 De bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op de verlening van rechtsbijstand aan een natuurlijk persoon in een grensoverschrijdend geschil op het terrein van het burgerlijk recht of het handelsrecht die zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat.2 Onder een grensoverschrijdend geschil wordt verstaan een geschil waarbij op de dag van het indienen van de aanvraag om verlening van rechtsbijstand met het oog op de behandeling van de zaak in Nederland of de tenuitvoerlegging van de beslissing in die zaak in Nederland, de rechtzoekende zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat.
3 Om vast te stellen of een rechtzoekende woonplaats heeft in Nederland wordt Nederlands recht toegepast. Indien de rechtzoekende geen woonplaats heeft in Nederland, wordt voor de vaststelling of betrokkene een woonplaats heeft in een andere lidstaat het recht van die lidstaat toegepast.
Artikel 23c 1 Indien de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval of de gelijkheid van de partijen dat vereist, kan, in afwijking van artikel 12, tweede lid, onder g, rechtsbijstand worden verleend.
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien het bestuur een toevoeging verleent op last van de rechter.
3 Rechtsbijstand behoeft niet te worden verleend, indien de rechtzoekende in het betrokken geschil daadwerkelijk toegang heeft tot andere regelingen voor de dekking van de kosten van rechtsbijstand alsmede de in artikel 23e bedoelde kosten.
4 Artikel 33, eerste lid, onder c, is niet van toepassing.
Artikel 23d Ondanks de toepasselijkheid van artikel 34 wordt rechtsbijstand verleend of worden kosten, bedoeld in artikel 23e vergoed, indien de rechtzoekende aantoont dat hij niet in staat is de kosten van rechtsbijstand te dragen als gevolg van de verschillen in de kosten van levensonderhoud tussen de lidstaat waar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft en Nederland.
Artikel 23e 1 Onverminderd de kosten die op grond van deze wet worden vergoed, worden de hierna te noemen kosten door het bestuur aan de rechtzoekende vergoed voorzover die rechtstreeks verband houden met het grensoverschrijdende karakter van het geschil en voorzover deze kosten, niet zijnde proceskosten, ten behoeve van de rechtzoekende zijn gemaakt en voor rekening van de rechtzoekende komen en door de rechtzoekende zijn betaald:
a. de kosten van tolken, voorzover deze zijn geregistreerd in het kwaliteitsregister te 's-Hertogenbosch;
b. de kosten voor de vertaling door een beƫdigde vertaler van de voor de afdoening van de zaak benodigde stukken die door de rechter of het bestuur worden verlangd en door de rechtzoekende worden overgelegd;
c. de reiskosten, voorzover bij het voorleggen van de zaak van de aanvrager de aanwezigheid van betrokkenen ter zitting bij de wet of door de rechter geboden is en de rechter oordeelt dat de betrokkenen niet anderszins ten genoegen van de rechter kunnen worden gehoord, en
d. vijftig procent van het honorarium van personen die in opdracht van de rechter in de procedure optreden.
2 Voorzover mogelijk draagt het bestuur zorg voor de vertaling van de stukken, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 De hoogte van de vergoeding van de reiskosten, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt berekend overeenkomstig artikel 25 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.
4 De hoogte van de vergoeding van het honorarium van de personen, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d, wordt berekend overeenkomstig de Wet griffierechten burgerlijke zaken.
Artikel 23f Onverminderd de toepasselijkheid van de bepalingen van deze wet, wordt in een grensoverschrijdend geschil ook rechtsbijstand verleend:
a. voor de tenuitvoerlegging van de beslissing van de rechter in de zaak die in Nederland is behandeld;
b. indien bij wet of door een rechterlijke uitspraak de rechtzoekende verplicht is van een buitengerechtelijke procedure gebruik te maken;
c. voor de tenuitvoerlegging van authentieke akten in Nederland.
Artikel 23g Bij ministeriƫle regeling wordt bepaald in welke taal of talen de aanvraag om verlening van rechtsbijstand mag worden gedaan.
Artikel 23h Indien in Nederland om erkenning, niet-erkenning of tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter uit een andere lidstaat, wordt verzocht door een rechtzoekende die in een andere lidstaat dan Nederland zijn rechtmatige woonplaats of gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, heeft en van wie de hoofdzaak in een andere lidstaat dan Nederland is behandeld waarbij hij op grond van de richtlijn, genoemd in artikel 23i, eerste lid, rechtsbijstand heeft ontvangen zijn de artikelen 23c tot en met 23g van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 2
Rechtzoekenden die wonen in Nederland
Artikel 23i 1 In het geval waarin de richtlijn van toepassing is, wordt aan de rechtzoekende, die op de dag van het indienen van de aanvraag om verlening van rechtsbijstand met het oog op de behandeling van de zaak in een andere lidstaat dan Nederland, zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, in Nederland heeft, rechtsbijstand verleend totdat de aanvraag om verlening van rechtsbijstand in overeenstemming met voornoemde richtlijn is ontvangen door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de zaak verder zal worden behandeld.2 Artikel 23b, derde lid, is van toepassing.
3 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt rechtsbijstand uitsluitend niet verleend, indien de daartoe strekkende aanvraag kennelijk van elke grond is ontbloot.
4 De verlening van rechtsbijstand, bedoeld in het eerste lid, omvat uitsluitend de verlening van rechtshulp of de verlening van een adviestoevoeging
5 Het bestuur zendt de aanvraag binnen vijftien dagen nadat de aanvraag en de daarbij begeleidende stukken zijn vertaald naar de bevoegde autoriteit in de lidstaat waar de zaak zal worden behandeld, tenzij de rechtsbijstand op grond van het derde lid niet is verleend. Het bestuur draagt zorg voor de vertaling van de aanvraag en van de vereiste begeleidende stukken zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag. De kosten van de vertaling komen voor rekening van het bestuur.
6 De rechtzoekende is geen kosten verschuldigd voor de handelingen van het bestuur, bedoeld in het vijfde lid. Indien de bevoegde autoriteit in de lidstaat waar de zaak zal worden behandeld de aanvraag om verlening van rechtsbijstand afwijst, is de rechtzoekende de kosten van vertaling verschuldigd aan het bestuur.
Artikel 23j Indien in Nederland om erkenning, niet-erkenning of tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter uit een andere lidstaat, wordt verzocht door een rechtzoekende die in Nederland zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, heeft en van wie de hoofdzaak in een andere lidstaat is behandeld waarbij hij op grond van de richtlijn rechtsbijstand heeft ontvangen, zijn de artikelen 23c tot en met 23g van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 3
Afstemming andere regelgeving
Artikel 23k In het geval waarin de richtlijn van toepassing is, zijn de bepalingen in de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk IIIa van toepassing in afwijking van andere tussen Nederland en de lidstaten geldende overeenkomsten alsmede in afwijking van het Verdrag van 25 oktober 1980 inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen (Trb. 1989, 114).