Wet op de rechterlijke organisatie (RO)
Artikel 93 1 Onze Minister kan algemene aanwijzingen geven betreffende de uitvoering van de in artikel 91 genoemde taken door de Raad voorzover dit noodzakelijk is met het oog op een goede bedrijfsvoering van de rechterlijke organisatie.
2 Alvorens een aanwijzing te geven als bedoeld in het eerste lid, stelt Onze Minister de Raad in de gelegenheid schriftelijk zijn zienswijze kenbaar te maken.
3 Onze Minister deelt de Raad de voorgenomen aanwijzing en de motivering daarvan schriftelijk mede. Onze Minister kan de Raad voor het kenbaar maken van zijn zienswijze een termijn stellen. De zienswijze van de Raad wordt schriftelijk en gemotiveerd gegeven.
4 Indien de zienswijze van de Raad luidt dat de aanwijzing in strijd zal zijn met artikel 109, wordt de aanwijzing niet gegeven.
5 De aanwijzing wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
6 Artikel 8:2, onderdelen a en b, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2002 | vervallen | Stb 2001 582 (pdf) | 27181 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-09-1986 | nieuw | Stb 1986 285 (pdf) | 18978 | MvT (pdf) |
12-04-1967 | vervallen | Stb 1967 152 (pdf) | 7979 | MvT (pdf) |
01-10-1838 | nieuwe-regeling | Stb 1827 20 |