Wet op de Raad van State (RvS)


Hoofdstuk II

De Afdeling advisering

Afdeling 1

Samenstelling en taak

Artikel 16a 1 De Raad kent een Afdeling advisering.
2 De Afdeling advisering bestaat uit:
a. de vice-president en
b. de leden, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst die in de Afdeling advisering zijn benoemd.
3 De leden van het koninklijk huis, bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid, hebben zitting in de Afdeling advisering. Artikel 1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4 De vice-president is voorzitter van de Afdeling advisering. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 1 Wij horen de Afdeling advisering over:
a. de voorstellen van wet door Ons aan de Staten-Generaal te doen;
b. de ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur;
c. de voorstellen tot goedkeuring van een verdrag of van het voornemen tot opzegging van een verdrag.
2 Wij horen de Afdeling advisering voorts in de gevallen waarin een wet dit voorschrijft en over alle aangelegenheden waaromtrent Wij het nodig oordelen.
3 Wij brengen bij de Afdeling advisering ter overweging de ontwerpen van krachtens enige wet te nemen koninklijke besluiten tot vernietiging.
4 De voorstellen, ontwerpen en besluiten vermelden dat de Afdeling advisering van de Raad van State is gehoord.

Artikel 18 1 De Tweede Kamer der Staten-Generaal hoort de Afdeling advisering over de bij haar door een of meer leden aanhangig gemaakte voorstellen van wet, voordat zij deze in behandeling neemt.
2 In de gevallen waarin de Tweede Kamer der Staten-Generaal zulks nodig oordeelt, hoort zij de Afdeling advisering voorts omtrent de in het eerste lid bedoelde voorstellen, nadat deze in behandeling zijn genomen.
3 Wij horen de Afdeling advisering niet over de bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal door een of meer leden aanhangig gemaakte voorstellen van wet, voordat zij door de Staten-Generaal zijn aangenomen.
4 Het eerste, het tweede en het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de Staten-Generaal in verenigde vergadering.

Artikel 19 Het horen van de Afdeling advisering kan achterwege blijven over:
a. voorstellen van wet tot wijziging van de begroting van het Rijk;
b. voorstellen van wet tot goedkeuring van een verdrag of van het voornemen tot opzegging van een verdrag, indien dit verdrag of dit voornemen eerder ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal was voorgelegd.

Artikel 20 1 De Afdeling advisering stelt het ontwerp op van een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 136 van de Grondwet.
2 Binnen zes maanden nadat het ontwerp is opgesteld kan Onze Minister wie het aangaat, de Afdeling advisering gemotiveerd verzoeken haar ontwerp in nadere overweging te nemen. Indien het koninklijk besluit afwijkt van het ontwerp of het nader ontwerp wordt het in het Staatsblad geplaatst met het ontwerp, bedoeld in het eerste lid en indien daarvan sprake is, het nader ontwerp. Indien niet binnen zes maanden een verzoek als bedoeld in de eerste volzin is gedaan luidt het koninklijk besluit overeenkomstig het ontwerp.

Artikel 21 De Afdeling advisering adviseert Ons voorts indien zij dit nodig acht.

Artikel 21a De Afdeling advisering dient op verzoek Onze Ministers dan wel een van beide kamers der Staten-Generaal van voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur.

Artikel 22 In de gevallen, bedoeld in artikel 17, wordt de aangelegenheid hetzij door Ons, op voordracht van Onze Minister wie het aangaat, hetzij door Onze Minister krachtens koninklijke machtiging, ter overweging aanhangig gemaakt.

Artikel 23 1 Onze Ministers geven aan de Afdeling advisering de inlichtingen, die in verband met de uitoefening van haar taak vereist worden.
2 Het inwinnen door de Afdeling advisering van inlichtingen bij anderen dan Onze Minister, wie het aangaat, geschiedt door tussenkomst van deze.
3 De vice-president kan personen oproepen om aan de Afdeling advisering voorlichting en advies te geven.

Artikel 24 De Afdeling advisering beraadslaagt met Onze Minister, wie het aangaat, indien de Afdeling advisering of de Minister zulks mocht verlangen.

Artikel 25 Van de koninklijke besluiten in aangelegenheden, waarover de Afdeling advisering is gehoord, wordt aan deze mededeling gedaan.

Artikel 26 Vervallen

Artikel 27 Vervallen

Afdeling 2

Overige bepalingen

Artikel 27a 1 Bij de voorbereiding van adviezen en ontwerp-besluiten beraadslaagt de Afdeling advisering met gesloten deuren.
2 De Afdeling advisering beslist bij meerderheid van stemmen.
3 Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter der vergadering. Van die omstandigheid wordt in het advies melding gemaakt.
4 De Afdeling advisering beslist niet, indien minder dan de helft van de leden van de Afdeling advisering aanwezig is.

Artikel 27b 1 De adviezen zijn met redenen omkleed.
2 Degene die in de vergadering van de Afdeling advisering een van de meerderheid afwijkende mening heeft kenbaar gemaakt, kan een afzonderlijk advies uitbrengen.
3 Dit advies wordt bij het advies van de Afdeling advisering gevoegd.

Artikel 27c 1 De voorzitter regelt de werkzaamheden van de Afdeling advisering.
2 De regeling wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel 27d 1 Bij de voorbereiding van:
a. een advies omtrent de vernietiging van een besluit, of
b. een ontwerp-besluit omtrent een geschil als bedoeld in artikel 136 van de Grondwet, kan de Afdeling advisering belanghebbenden, getuigen, deskundigen en tolken oproepen om te worden gehoord.
2 Artikel 45 en de artikelen 8:24, 8:25, 8:27 tot en met 8:29, 8:31 tot en met 8:36, eerste lid, 8:39, 8:50 en 8:61 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
3 Een door Onze Minister wie het aangaat aangewezen ambtenaar kan bij de beraadslaging aanwezig zijn om inlichtingen te geven.

Artikel 27e De vice-president, de leden, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst nemen geen deel aan de beraadslagingen en stemmen niet mee, indien daardoor hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Artikel 28 Vervallen

Artikel 29 Vervallen