Wet op de ondernemingsraden (WOR)


Artikel 22 1 De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de ondernemingsraad en de commissies van die raad komen ten laste van de ondernemer.
2 Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid komen de kosten van het overeenkomstig artikel 16 en artikel 23a, zesde lid, raadplegen van een deskundige door de ondernemingsraad of een commissie van die raad, alsmede de kosten van het voeren van rechtsgedingen door de ondernemingsraad slechts ten laste van de ondernemer, indien hij van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld. De eerste volzin is niet van toepassing wanneer uitvoering is gegeven aan het vierde lid.
3 Met inachtneming van het eerste lid komen de kosten van scholing en vorming, bedoeld in artikel 18, tweede lid, ten laste van de ondernemer. De Raad kan voor verschillende kosten verbonden aan scholing en vorming richtbedragen vaststellen.
4 De ondernemer kan in overeenstemming met de ondernemingsraad de kosten die de ondernemingsraad en de commissies van die raad in enig jaar zullen maken, voor zover deze geen verband houden met artikel artikelen 17 en 18, eerste lid, vaststellen op een bepaald bedrag, dat de ondernemingsraad naar eigen inzicht kan besteden. Kosten waardoor het hier bedoelde bedrag zou worden overschreden, komen slechts ten laste van de ondernemer voor zover hij in het dragen daarvan toestemt.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2015 wijziging Stb 2014 504 (pdf) 33988 MvT (web) MvT (pdf)
19-07-2013 wijziging Stb 2013 296 (pdf) 33367 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2013 wijziging Stb 2013 236 (pdf) 33556 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-1990 wijziging Stb 1990 91 (pdf) 20583 MvT (pdf)
01-09-1979 wijziging Stb 1979 448 (pdf) 13954 MvT (pdf)
01-04-1971 nieuwe-regeling Stb 1971 54 (pdf) 10335 MvT (pdf)