Wet op de Kamer van Koophandel


Hoofdstuk 6

Taak en werkwijze van de Centrale Raad en de regionale raden

Artikel 22 De Centrale Raad adviseert de Kamer desgevraagd of uit eigen beweging met betrekking tot:
a. uitvoering van het meerjarenprogramma,
b. het activiteitenplan,
c. de vraag of uit te oefenen werkzaamheden, waaronder in het bijzonder de werkzaamheden ter uitvoering van taken als bedoeld in de artikelen 30 en 31, leiden tot uit oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met ondernemingen of vrije beroepsbeoefenaren, en
d. de vergoedingen voor de activiteiten ter uitvoering van de taken, bedoeld in de artikelen 25 tot en met 28, eerste lid, 30 en 31.

Artikel 23 1 De regionale raden adviseren de Kamer desgevraagd of uit eigen beweging over regionale aangelegenheden.
2 Gehoord de naar zijn oordeel bij de stimulering van de economische ontwikkeling in de desbetreffende regio in belangrijke mate betrokken private en publieke organisaties stelt een regionale raad ten minste eenmaal in de vijf jaren het ontwerp voor een regionaal meerjarenprogramma vast. Het ontwerp legt op hoofdlijnen vast welke werkzaamheden de Kamer ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 28, in de desbetreffende regio zal uitvoeren.
3 Het ontwerp bevat voorts een beschrijving van de op middellange en lange termijn ter uitvoering van artikel 28 in de regio te realiseren doelstellingen en de hoofdlijnen van het daarop te richten beleid.
4 De Kamer stelt het regionale meerjarenprogramma vast op basis van het ontwerp. Voor zover het ontwerp op overwegende bezwaren stuit kan de Kamer het meerjarenprogramma, gehoord de desbetreffende regionale raad, in afwijking van het ontwerp vaststellen. Afwijking wordt met redenen omkleed weergegeven in het regionale meerjarenprogramma.