Wet op de bijzondere opsporingsdiensten (Wbo)


Hoofdstuk VI

Behandeling van klachten

Artikel 14 1 Onze betrokken Minister draagt zorg voor de behandeling van een klacht over een gedraging van een opsporingsambtenaar. Onze betrokken Minister stelt nadere regels vast over de behandeling van klachten over gedragingen van opsporingsambtenaren.
2 In een ministeriƫle regeling als bedoeld in het eerste lid, wordt voorzien in:
a. de instelling van een commissie, bestaande uit onafhankelijke leden, die overeenkomstig Hoofdstuk 9, afdeling 9.3, van de Algemene wet bestuursrecht, is belast met de behandeling van klachten en advisering over de afhandeling daarvan;
b. de registratie van de ingediende klachten en, indien beschikbaar, de daarop genomen beslissingen, alsmede
c. een jaarlijkse publicatie van de geregistreerde klachten en beslissingen.

Artikel 15 Tenzij reeds naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, wordt van de klacht onverwijld na de ontvangst daarvan afschrift gezonden aan het functioneel parket. Het hoofd van het functioneel parket wordt in de gelegenheid gesteld advies over de afhandeling van de klacht uit te brengen.

Artikel 16 In afwijking van artikel 9:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt de klacht afgehandeld binnen veertien weken na de ontvangst van het klaagschrift.