Wet op de bijzondere opsporingsdiensten (Wbo)


Artikel 13 1 Onze betrokken Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie kunnen tezamen bij ministeriële regeling regels geven over de samenwerking tussen de bijzondere opsporingsdienst en de politie.
2 Onze betrokken Minister, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister van Defensie kunnen tezamen bij ministeriële regeling regels geven over de samenwerking tussen de bijzondere opsporingsdienst en de Koninklijke marechaussee.
3 Onze betrokken Ministers en Onze Minister van Veiligheid en Justitie kunnen tezamen bij ministeriële regeling regels geven over de samenwerking van bijzondere opsporingsdiensten onderling.
4 Onze betrokken Ministers en Onze Minister van Veiligheid en Justitie, eventueel in overeenstemming met andere terzake verantwoordelijke ministers kunnen, op de terreinen waarop de bijzondere opsporingsdiensten een taak hebben als bedoeld in artikel 3, tezamen bij ministeriële regeling regels geven over de samenwerking van bijzondere opsporingsdiensten met toezichthoudende instanties.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2012 316 (pdf) 32822 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-2007 nieuwe-regeling Stb 2006 285 (pdf) 30182 MvT (web) MvT (pdf)