Wet milieubeheer (MB)


Hoofdstuk 16

Handel in emissierechten

Titel 16.1

Algemeen

Artikel 16.1 1 In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanloophaven: de haven waar een schip stopt om vracht te laden of te lossen of om passagiers te laten in- of ontschepen, of de haven waar een offshoreschip stopt om de bemanning af te lossen, met uitzondering van:
1°. stops die uitsluitend bedoeld zijn voor het tanken, het inslaan van voorraden, het aflossen van de bemanning van een ander schip dan een offshoreschip, het indokken of het verrichten van herstellingen aan het schip of de uitrusting ervan;
2°. stops in een haven omdat het schip bijstand nodig heeft of in nood is;
3°. buiten een haven verrichte schip-tot-schiptransfers;
4°. stops die uitsluitend bedoeld zijn voor het schuilen bij noodweer of die noodzakelijk zijn voor opsporings- en reddingsactiviteiten; en
5°. stops van containerschepen in een naburige containeroverslaghaven die is opgenomen in de lijst van de uit hoofde van artikel 3 octies bis, tweede lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, vastgestelde uitvoeringshandeling;
brandstof: gasvormige, vloeibare of vaste stof, met inbegrip van alle daaraan toegevoegde stoffen, dienende voor verbranding;
CORSIA: mondiale regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart;
EU-register voor de handel in emissierechten: register als bedoeld in artikel 4 van de Verordening EU-register handel in emissierechten;
gereglementeerde entiteit: elke natuurlijke of rechtspersoon, waarvan op grond van de Wet op de accijns accijns wordt geheven voor minerale oliën dan wel op grond van de Wet belasting op milieugrondslag belastingplichtig is voor kolen of gas, met uitzondering van de eindverbruiker van die brandstoffen, en die een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gereglementeerde activiteit verricht;
ICAO: de International Civil Aviation Organisation van de Verenigde Naties;
ICAO-raad: permanent orgaan en dagelijks bestuur van de ICAO;
jaarvracht: totale hoeveelheid van een emissie gedurende een kalenderjaar;
nationaal toewijzingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 16.24, eerste lid;
niet-CO2-effecten van de luchtvaart: de effecten op het klimaat van het vrijkomen, bij de verbranding van brandstof, van stikstofoxiden (NOx), roetdeeltjes, geoxideerde zwavelsoorten en effecten van waterdamp, met inbegrip van contrails (het toevoegen of vervangen met condensstrepen), uit een vliegtuig dat een in bijlage I van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten opgenomen luchtvaartactiviteit uitvoert;
scheepvaartmaatschappij: de scheepseigenaar of een andere organisatie of persoon die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het schip van de scheepseigenaar heeft overgenomen en die er, bij het aangaan van die verantwoordelijkheid, mee heeft ingestemd alle door de Internationale Veiligheidsmanagementcode voor de veilige exploitatie van schepen en voor verontreinigingspreventie voorgeschreven taken en verantwoordelijkheden die zijn vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 336/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 inzake de implementatie van de Internationale veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad (PbEU 2006, L64), over te nemen;
toegewezen eenheid: eenheid als bedoeld in artikel 3, van de Verordening EU-register handel in broeikasgasemissierechten (AAU);
tot verbruik uitslaan van brandstoffen: het uitslaan van kolen, bedoeld in artikel 36 van de Wet belastingen op milieugrondslag, het leveren van aardgas, bedoeld in artikel 50, eerste lid en derde lid, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag, het verbruik van aardgas, bedoeld in artikel 50, derde lid, onderdelen b tot en met d, van de Wet belastingen op milieugrondslag, en het uitslaan tot verbruik van minerale oliën, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns;
verwijderingseenheid: eenheid als bedoeld in artikel 3, van de Verordening EU-register handel in emissierechten (RMU).
2 Voor de toepassing van titel 16.2 en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
broeikasgasinstallatie: vaste technische eenheid, waarin een of meer activiteiten worden verricht, die een emissie van een broeikasgas in de lucht veroorzaken en die behoren tot een categorie die met betrekking tot het betrokken broeikasgas bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen, alsmede andere activiteiten die met eerstbedoelde activiteiten rechtstreeks samenhangen en daarmee technisch in verband staan en die gevolgen kunnen hebben voor de emissie van het betrokken broeikasgas in de lucht.
3 Voor de toepassing van afdeling 16.2.1 onderscheidenlijk afdeling 16.2.2 wordt verstaan onder:
emissieverslag: verslag betreffende de emissies in een kalenderjaar als bedoeld in artikel 67 en bijlage X van de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel en artikel 11 en 11bis van de Verordening monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer;
handelsperiode: handelsperiode als bedoeld in artikel 3, onder 2, van de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel;
monitoringsplan: plan als bedoeld in artikel 12 en bijlage I van de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel en artikel 6 van de Verordening monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer;
verificateur: verificateur als bedoeld in artikel 3, onder 3, van de Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel en artikel 3, onder f, van de Verordening monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer;
verificatie: door een verificateur uitgevoerde activiteiten om een verificatierapport of verificatieverslag uit te brengen overeenkomstig de Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel en de Verordening monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer.