Hoofdstuk 10
Afvalstoffen
Titel 10.7Het overbrengen van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap
Artikel 10.56 1 Onze Minister stelt regels ter uitvoering van artikel 6 van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.2 Ter uitvoering van andere artikelen dan het in het eerste lid genoemde artikel van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen kan Onze Minister regels stellen.
Artikel 10.57 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de titels II en VII van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen van overeenkomstige toepassing zijn met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen binnen Nederland.
Artikel 10.58 Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 53 van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
Artikel 10.59 Op een kennisgeving als bedoeld in de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen is artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Artikel 10.60 1 Het is verboden afvalstoffen waarop de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is, binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen, indien de voorgenomen overbrenging, nuttige toepassing of verwijdering, naar het oordeel van Onze Minister in strijd zou zijn met het belang van de bescherming van het milieu.
2 Het is verboden handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 2, onder 35, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
3 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 49, eerste lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
4 Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften als bedoeld in de artikelen 35, vijfde lid, 37, vierde lid, of 38, zesde lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
5 Het is verboden afvalstoffen over te brengen indien gehandeld wordt in strijd met een voorschrift gesteld bij:
a. artikel 13, tweede lid, 15, onder c, 16, onder a, b, c, eerste of tweede volzin, of d, 18, eerste of tweede lid, of 19 van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen;
b. artikel 35, eerste lid, 38, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, 45 in verbinding met 42, eerste lid, 46, eerste lid, 47 in verbinding met 42, eerste lid, of 48, eerste lid, in verbinding met 47 en 42, eerste lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen, telkens in verbinding met één of meer van de onder a genoemde bepalingen;
c. artikel 55, laatste volzin, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
6 Het is verboden afvalstoffen over te brengen indien gehandeld wordt in strijd met een voorwaarde gesteld krachtens:
a. artikel 10, eerste of tweede lid, of 13, derde lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen;
b. artikel 35, eerste lid, 38, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, 45 in verbinding met 42, eerste lid, 46, eerste lid, 47 in verbinding met 42, eerste lid, of 48, eerste lid, in verbinding met 47 en 42, eerste lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen, telkens in verbinding met één of meer van de onder a genoemde bepalingen.
7 Het is verboden afvalstoffen over te brengen indien gehandeld wordt in strijd met een voorschrift gesteld bij:
a. artikel 15, onder d of e, laatste volzin, 16, onder c, laatste volzin, of onder e, of 20 van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen;
b. artikel 35, eerste lid, 38, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, 45 in verbinding met 42, eerste lid, 46, eerste lid, 47 in verbinding met 42, eerste lid, of 48, eerste lid, in verbinding met 47 en 42, eerste lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen, telkens in verbinding met één of meer van de onder a genoemde bepalingen;
c. artikel 35, derde lid, onder c, 38, derde lid, onder b, 42, derde lid, onder c, 44, derde lid, in verbinding met 42, derde lid, onder c, 45 in verbinding met artikel 42, derde lid, onder c, 47 in verbinding met 42, derde lid, onder c, 48, eerste lid, in verbinding met 47 en 42, derde lid, onder c, of 48, tweede lid, aanhef, in verbinding met 44, derde lid, en 42, derde lid, onder c, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.