Hoofdstuk 10
Afvalstoffen
Titel 10.6Het beheer van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen
§ 10.6.3De inzameling van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen
Artikel 10.45 1 Het is verboden bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen in te zamelen:a. zonder vermelding op een lijst van inzamelaars, of
b. ingeval de afvalstoffen tot de krachtens artikel 10.48 aangewezen categorieën behoren, zonder vergunning van Onze Minister.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, voor daarbij aangegeven categorieën van gevallen vrijstelling worden verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid.
3 Onze Minister wijst een instantie aan die namens hem zorg draagt voor de vermelding van inzamelaars op de in het eerste lid bedoelde lijst van inzamelaars.
4 Op aanwijzing van Onze Minister wordt de vermelding van een inzamelaar op de lijst beëindigd.
5 Onze Minister stelt regels met betrekking tot de criteria voor vermelding op de lijst en beëindiging daarvan.
Artikel 10.46 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden in het belang van een doelmatig beheer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen regels gesteld omtrent het inzamelen van die afvalstoffen, al dan niet afkomstig van personen, behorende tot een bij of krachtens die maatregel aangewezen categorie.
2 Tot de regels behoren:
a. regels omtrent de wijze waarop een inzamelaar zich bij de krachtens artikel 10.45, derde lid, aangewezen instantie meldt en de gegevens die daarbij worden overgelegd;
b. regels inhoudende de verplichting een wijziging te melden in de gegevens welke bij de melding zijn overgelegd;
c. regels omtrent het aan een ieder inzage geven van de gegevens, overgelegd bij de melding alsmede van een wijziging als bedoeld onder b;
d. regels inhoudende de verplichting dat de inzamelaar tijdens het inzamelen daarbij aan te geven bescheiden aanwezig heeft, waaruit blijkt dat hij staat vermeld op de lijst van inzamelaars.
3 Bij de regels kan worden bepaald dat de vermelding op de lijst van inzamelaars slechts geldt voor een daarbij aangegeven termijn.
Artikel 10.47 1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van een doelmatig beheer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen regels worden gesteld omtrent de inzameling van die afvalstoffen.
2 Hiertoe kunnen in ieder geval behoren regels die inhouden dat:
a. burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten voor de inzameling van die afvalstoffen maatregelen treffen of daartoe voorzieningen tot stand brengen en in stand houden;
b. daarbij aangewezen categorieën van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen die gescheiden worden afgegeven, afzonderlijk worden ingezameld.
3 Indien zulks noodzakelijk is om de nuttige toepassing van afvalstoffen te faciliteren of te verbeteren wordt bij algemene maatregel van bestuur de verplichting opgenomen om daarbij aangegeven bedrijfsafvalstoffen gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen of materialen die niet dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen, waarbij tevens kan worden bepaald onder welke voorwaarden afwijking van die verplichting mogelijk is.
4 Bij de maatregel wordt aangegeven binnen welke termijn de regels door de daarbij aangewezen bestuursorganen moeten worden uitgevoerd.
Artikel 10.48 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan in het belang van een doelmatig beheer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen worden bepaald dat voor het inzamelen van daarbij aangewezen categorieën van zodanige afvalstoffen een vergunning van Onze Minister is vereist.
2 Het voor milieubelastende activiteiten bij of krachtens de artikelen 4.5, tweede lid, 5.18. 5.19, 5.26, 5.31, 5.34, eerste en vierde lid, 5.37, 5.38, 5.39, aanhef en onder a, 5.40, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a tot en met e, 5.41, 5.42, tweede lid, 13.5, 16.15, 16.16, 16.55, eerste, derde en vierde lid, 16.65 tot en met 16.68 en 16.139 van de Omgevingswet bepaalde is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat voor de toepassing van genoemde artikelen het belang van de bescherming van het milieu beperkt wordt tot het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
3 Onze Minister kan in het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen de tarieven vaststellen, die ten minste dan wel ten hoogste in rekening worden gebracht bij het in ontvangst nemen van afvalstoffen door de houder van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10.49 1 De aan de vergunning, bedoeld in artikel 10.48, eerste lid, te verbinden voorschriften kunnen in ieder geval inhouden:
a. dat in daarbij aangewezen categorieën van gevallen afvalstoffen niet mogen worden ingezameld zonder afzonderlijke toestemming van Onze Minister;
b. de verplichting, daarbij aangewezen afvalstoffen, wanneer zij aan de inzamelaar worden aangeboden, in ontvangst te nemen;
c. de verplichting, daarbij aangewezen categorieën van afvalstoffen die gescheiden worden afgegeven, afzonderlijk in te zamelen;
d. de verplichting, daarbij aangewezen afvalstoffen, wanneer zij aan de inzamelaar worden aangeboden, op te halen;
e. de verplichting afvalstoffen af te geven aan daarbij aangewezen personen.
2 Een vergunning geldt slechts voor degene aan wie zij is verleend. Deze draagt ervoor zorg dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden nageleefd.