Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (WMO 2015)


Hoofdstuk 3a

Overige voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning

§ 1

Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de centrale overheid

Artikel 3a.1.1 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft tot taak personen met een auditieve beperking door middel van het bekostigen van tolkvoorzieningen te ondersteunen bij het deelnemen aan het maatschappelijke verkeer, mits deze personen ingezetenen van Nederland zijn of vreemdelingen behorende tot een categorie die daaraan bij algemene maatregel van bestuur is gelijkgesteld.
2 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kent, volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, op aanvraag van een persoon als bedoeld in het eerste lid, van een instelling, van een gemeente of ambtshalve een tolkvoorziening toe en bekostigt die voor die personen, gemeenten of instellingen.
3 Bij of krachtens de in het tweede lid bedoelde algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
a. de omvang en de inhoud van de aanspraak, bedoeld in het tweede lid;
b. de voorwaarden waaronder de tolkvoorzieningen worden verleend;
c. de kwaliteitseisen van tolken.
4 Op het bekostigen van de tolkvoorziening is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De artikelen 3:18, 3:33, 3:56, 3:57, 3:58, 3:60, 3:62 en 3:74 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten zijn van overeenkomstige toepassing op tolkvoorzieningen.
5 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toekenning, bedoeld in het tweede lid weigeren, indien:
a. het na een eerdere herziening, intrekking of weigering van een toekenning op grond van het vierde lid, heeft vastgesteld dat:
1°. de persoon, bedoeld in het tweede lid, onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid,
2°. de persoon niet voldoet aan de aan de tolkvoorziening verbonden voorwaarden, of
3°. de persoon de tolkvoorzieningen niet of voor een ander doel gebruikt;
b. de persoon, bedoeld in het tweede lid, aanspraak kan maken op tolkvoorzieningen die zijn getroffen op grond van de Participatiewet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet overige OCW-subsidies of in verband met werkzaamheden als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening en die aanspraak op ondersteuning bij de deelname aan onderwijs of arbeidsinschakeling of -ondersteuning betreft.
6 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de vergoeding van de tolk.

Artikel 3a.1.2 Onze Minister draagt er zorg voor dat:
a. personen op ieder moment van de dag kosteloos en anoniem een telefonisch of elektronisch gesprek kunnen voeren over hun persoonlijke situatie en daarover advies kunnen krijgen, en
b. personen die bij een melding aan een Veilig Thuis-organisatie zijn betrokken een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon.

§ 2

Toezicht en handhaving

Artikel 3a.2.1 1 Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet met betrekking tot de in artikel 3a.1.1 gestelde regels zijn belast de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.
2 De met het toezicht belaste ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot inzage van de dossiers. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding van het dossier verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de betrokken ambtenaar.
3 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 3a.2.2 De Raad van bestuur van het UWV is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom ter handhaving van de voorschriften of verplichtingen gesteld krachtens artikel 3a.1.1, derde en zesde lid.

§ 3

Bekostiging voorzieningen

Artikel 3a.3.1 1 De kosten die worden gemaakt voor het bekostigen van tolkvoorzieningen, bedoeld in artikel 3a.1.1, eerste lid, komen ten laste van het Rijk.
2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de uitvoering van dit artikel.