Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (WMO 2015)
Artikel 2.1.4a 1 Bij verordening kan worden bepaald dat een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd is voor een maatwerkvoorziening, dan wel een persoonsgebonden budget.
2 In afwijking van het eerste lid kan bij verordening worden bepaald dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget verschuldigd is zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt onderscheidenlijk gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verleend.
3 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen gevallen worden omschreven waarin bij verordening de hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld of geen bijdrage is verschuldigd voor een maatwerkvoorziening, een krachtens artikel 2.1.4, derde lid, aangewezen voorziening, dan wel een persoonsgebonden budget.
4 De hoogte van de bijdrage voor één of meerdere maatwerkvoorziening, persoonsgebonden budgetten of krachtens artikel 2.1.4, derde lid, aangewezen voorzieningen, tezamen, met uitzondering van beschermd wonen, de maatwerkvoorziening opvang of andere bij algemene maatregel van bestuur omschreven maatwerkvoorzieningen, bedraagt € 19,– per 1 januari 2024 € 20,60 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt en diens echtgenoot tezamen.
5 Onverminderd het eerste lid en in afwijking van het vierde lid kan bij verordening de hoogte van de bijdrage, bedoeld in het vierde lid:
a. op een lager bedrag worden vastgesteld;
b. worden verlaagd tot nihil voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van cliënten, indien het inkomen over een bij algemene maatregel van bestuur aan te geven tijdsperiode van de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt en diens echtgenoot tezamen niet meer bedraagt dan een bij verordening vastgesteld bedrag.
6 De bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel, een woningaanpassing of een bij algemene maatregel van bestuur omschreven maatwerkvoorziening als bedoeld in het vierde lid, gaat de kostprijs daarvan niet te boven. Bij verordening wordt bepaald op welke wijze de kostprijs wordt berekend.
7 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de bijdragen voor een maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget voor beschermd wonen en opvang. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
a. de hoogte van de bijdrage;
b. de wijze waarop het inkomen en het vermogen bij de vaststelling van de hoogte van de bijdrage worden betrokken.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
19-03-2020 | wijziging | Stb 2020 67 (pdf) | 35299 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2020 | nieuw | Stb 2019 185 (pdf) | 35093 | MvT (web) MvT (pdf) |