Artikel 42
Verantwoording en terugvordering uitkering
1 Het college legt verantwoording af aan Onze Minister over de uitvoering van deze wet, op de wijze, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.2 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 40, niet volledig is besteed, wordt het niet bestede deel van de uitkering door Onze Minister teruggevorderd. Indien uit het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid, van de Gemeentewet, dat deel uit maakt van de informatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de besteding van de uitkering fout of onzeker is, wordt de uitkering voor het deel dat de besteding fout of onzeker is, door Onze Minister teruggevorderd. Onze Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan het college.
3 Indien de verantwoordingsinformatie, bedoeld in het tweede lid, niet volledig door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontvangen binnen achttien maanden na het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft, wordt de uitkering teruggevorderd. Als volledige terugvordering naar het oordeel van Onze Minister leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, stelt Onze Minister de terugvordering op een lager bedrag vast. Onze Minister doet binnen drie maanden na afloop van de achttien maanden mededeling van terugvordering aan het college.
4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de terugvordering. Daarbij kan worden bepaald dat een gedeelte van het niet bestede deel van de uitkering niet wordt teruggevorderd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe-regeling | Stb 2021 38 (pdf) | 35483 | MvT (web) MvT (pdf) |