Artikel 1 In deze wet wordt verstaan onder:
grensoverschrijdend geschil: een geschil waarin ten minste één van de partijen haar woonplaats of gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat, met uitzondering van Denemarken, dan de andere partijen, op het tijdstip waarop:
a. de partijen onderling overeenkomen gebruik te maken van mediation nadat een geschil is ontstaan, of
b. partijen een voorstel van de rechter tot mediation aanvaarden;
mediation: een gestructureerde procedure, ongeacht de benaming, waarin twee of meer partijen bij een geschil zelf pogen om op vrijwillige basis met de hulp van een mediator hun geschil te schikken;
mediator: een derde die wordt verzocht op doeltreffende, onpartijdige en bekwame wijze een mediation te leiden, ongeacht de benaming of het beroep van die derde en ongeacht de wijze waarop deze is aangewezen of is aangezocht om de mediation te leiden.