Wet handhaving consumentenbescherming (Whc)


Hoofdstuk 5

Samenwerkingsprotocollen

Artikel 5.1 1 De Autoriteit Consument en Markt kan afspraken maken met:
a. Onze Minister van Financiën, voor wat betreft de Belastingdienst/FIOD;
b. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, voor wat betreft de Inspectie Leefomgeving en Transport;
c. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor wat betreft de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;
d. andere in aanmerking komende Ministers.
2 De Autoriteit Consument en Markt kan afspraken maken met het bevoegde gezag van:
a. de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
b. het Commissariaat voor de Media;
c. de Nederlandse Zorgautoriteit;
d. het College van Procureurs-Generaal;
e. de Stichting Het Juridisch Loket;
f. de Kansspelautoriteit;
g. andere overheidsinstellingen.
3 De afspraken bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, onderdelen b tot en met f, worden vastgelegd in samenwerkingsprotocollen en hebben onder meer betrekking op:
a. effectief en doelmatig toezicht op en optreden tegen inbreuken;
b. consumentenvoorlichting;
c. de gemeenschappelijke activiteiten en verslaglegging, bedoeld in de artikelen 30, 31 en 37 van verordening 2017/2394.
4 De afspraken bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol en hebben betrekking op:
a. de uitleg van begrippen als bedoeld in artikel 4.3;
b. de samenwerking tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Consument en Markt in de uitoefening van haar taak als het verbindingsbureau.
5 De Autoriteit Consument en Markt doet mededeling van de samenwerkingsprotocollen in de Staatscourant.