Wet handhaving consumentenbescherming (Whc)


Hoofdstuk 4

Andere overheidsinstanties

Artikel 4.1 1 Als andere overheidsinstantie worden aangewezen:
a. de Nederlandse Zorgautoriteit;
b. de Belastingdienst/FIOD;
c. de Kansspelautoriteit.
2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere overheidsinstanties worden aangewezen.

Artikel 4.2 1 Indien zowel de Autoriteit Consument en Markt als een andere overheidsinstantie bevoegd zijn toezicht uit te oefenen of handhavingsmaatregelen te nemen ten aanzien van dezelfde gedraging, maakt de Autoriteit Consument en Markt geen gebruik van de aan haar in deze wet toegekende bevoegdheden.
2 In afwijking van het vorige lid kan de Autoriteit Consument en Markt gebruik maken van de aan haar in deze wet toegekende bevoegdheden indien:
a. de andere overheidsinstantie de Autoriteit Consument en Markt daaromtrent verzoekt; of
b. de andere overheidsinstantie niet aan de verplichting uit artikel 4.5, tweede lid, kan voldoen.

Artikel 4.3 Voor zover door een andere overheidsinstantie bij de uitoefening van haar bevoegdheden begrippen worden uitgelegd, die worden gehanteerd in een van de wettelijke bepalingen, bedoeld in onderdeel a van de bijlage van deze wet, dan vindt deze uitleg plaats in overeenstemming met de Autoriteit Consument en Markt. In de samenwerkingsprotocollen, bedoeld in artikel 5.1, worden hierover nadere afspraken gemaakt.

Artikel 4.4 Indien een andere overheidsinstantie toezichts- of handhavingsmaatregelen neemt ten aanzien van een gedraging, die eveneens een inbreuk binnen de Unie op kan leveren, stelt zij de Autoriteit Consument en Markt als het verbindingsbureau hiervan op de hoogte.

Artikel 4.5 1 Indien de Autoriteit Consument en Markt een verzoek om wederzijdse bijstand als bedoeld in verordening 2017/2394 krijgt ten aanzien van een gedraging waarvan ook een andere overheidsinstantie bevoegd is, verwijst de Autoriteit Consument en Markt het verzoek door naar de desbetreffende overheidsinstantie.
2 Indien de Autoriteit Consument en Markt een verzoek om wederzijdse bijstand aan een andere overheidsinstantie doorverwijst, is de andere overheidsinstantie verplicht om toezicht uit te oefenen of handhavingsmaatregelen te nemen ten aanzien van de betrokken gedraging, tenzij sprake is van een van de uitzonderingsgronden als bedoeld in artikel 14 van verordening 2017/2394. Alle gegevens omtrent genomen toezichts- en handhavingsmaatregelen worden aan de Autoriteit Consument en Markt als het verbindingsbureau bekend gemaakt.