Wet handhaving consumentenbescherming (Whc)


Hoofdstuk 3

Andere bevoegde autoriteiten

§ 1

Stichting Autoriteit Financiële Markten

Artikel 3.1 1 De Stichting Autoriteit Financiële Markten wordt aangewezen als bevoegde autoriteit voor inbreuken of inbreuken binnen de Unie op de wettelijke bepalingen, bedoeld in onderdeel a van de bijlage bij deze wet, voor zover de inbreuk of inbreuk binnen de Unie betrekking heeft op een financiële dienst of activiteit.
2 De Stichting Autoriteit Financiële Markten wordt voorts aangewezen als bevoegde autoriteit voor inbreuken of inbreuken binnen de Unie op de wettelijke bepalingen bedoeld in onderdeel b van de bijlage bij deze wet.

Artikel 3.2 1 De bij besluit van de Stichting Autoriteit Financiële Markten aangewezen personen zijn belast met het toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen, bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage bij deze wet, voor zover de inbreuk of inbreuk binnen de Unie betrekking heeft op een financiële dienst of activiteit. Van dat besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
2 Artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op geschriften gewisseld tussen een overtreder en een advocaat die is toegelaten tot de balie, die zich bij de overtreder bevinden, doch waarop, indien zij zich zouden bevinden bij die advocaat, artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zou zijn.

Artikel 3.3 1 De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan gegevens of inlichtingen die zij in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 3.1 heeft verkregen, verstrekken aan de Autoriteit Consument en Markt, de overige bevoegde autoriteiten, genoemd in hoofdstuk 3, en de andere overheidsinstanties, genoemd in artikel 4.1, eerste lid, ten behoeve van een goede vervulling van hun taken genoemd in deze wet.
2 Verstrekking van gegevens of inlichtingen vindt uitsluitend plaats indien:
a. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd; en
b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.

Artikel 3.3a 1 De personen, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, zijn bevoegd om voor het toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen, bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage bij deze wet, onder verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens met betrekking tot hun identiteit en hoedanigheid, met een handelaar als bedoeld in artikel 3, onderdeel 11, van verordening 2017/2394, een overeenkomst te sluiten tot koop of tot het verrichten van een dienst en om ten aanzien van de handelaar hieraan gerelateerde handelingen te verrichten voor zover dat voor de vervulling van hun taak dringend noodzakelijk is. Zij brengen een handelaar als bedoeld in artikel 3, onderdeel 11, van verordening 2017/2394, niet tot andere overtredingen dan waarop diens opzet reeds was gericht. Artikel 5:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
2 Degene die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, maakt daarvan een schriftelijk verslag op waarin hij vermeldt:
a. zijn naam en zijn hoedanigheid;
b. de motivering van de dringende noodzaak, bedoeld in het eerste lid;
c. de voorschriften op de naleving of handhaving waarvan wordt toegezien;
d. het elektronische adres en, voor zover bekend, de omschrijving van de desbetreffende handelaar;
e. de onjuiste of onvolledige gegevens die bij het verrichten van de handelingen zijn verstrekt;
f. de wijze waarop de deelname en het tijdvak waarin de deelname heeft plaatsgevonden;
g. hetgeen tijdens het onderzoek is verricht, gebleken en overigens is voorgevallen.

Artikel 3.4 1 De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan in het kader van haar taken, genoemd in deze wet, een openbare waarschuwing uitvaardigen voordat zij een inbreuk of inbreuk binnen de Unie heeft vastgesteld, indien dat redelijkerwijs noodzakelijk is om consumenten snel en effectief te informeren over een schadeveroorzakende handelspraktijk van een ondernemer en daardoor schade te voorkomen. Artikel 2.23, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2 De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan, indien zij van oordeel is dat een inbreuk of inbreuk binnen de Unie op een van de wettelijke bepalingen, bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage bij deze wet, heeft plaatsgevonden:
a. een zelfstandige last opleggen;
b. een bestuurlijke boete opleggen;
c. een last onder dwangsom opleggen.
3 Artikel 4.3 is van overeenkomstige toepassing indien begrippen worden uitgelegd, die worden gehanteerd in een van de wettelijke bepalingen, bedoeld in onderdeel a van de bijlage bij deze wet.
4 Met betrekking tot de toepassing van het tweede lid is artikel 2.24 van overeenkomstige toepassing.
5 Met betrekking tot de toepassing van het tweede lid, onderdeel b, is artikel 2.15 van toepassing dan wel, indien het betreft een overtreding van onderdeel b van de bijlage bij deze wet, artikel 1:81 van de Wet op het financieel toezicht.
6 Met betrekking tot de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, zijn de artikelen 5:48 tot en met 5:51 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing en is artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
7 Aan een last onder dwangsom kunnen voorschriften worden verbonden die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om effectieve controle op de uitvoering van de last te verzekeren.
8 Door vernummering vervallen.
9 Met betrekking tot de toepassing van het tweede lid, onderdeel b, is artikel 2.10 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.4a 1 De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan een beschikking openbaar maken omtrent het opleggen van een zelfstandige last, last onder dwangsom of bestuurlijke boete alsmede een toezegging door de overtreder dat een inbreuk of inbreuk binnen de Unie zal worden gestaakt.
2 De Stichting Autoriteit Financiële Markten maakt een voornemen tot openbaarmaking van een beschikking als bedoeld in het eerste lid van te voren bekend aan degene tot wie de beschikking is gericht. Dit geschiedt op hetzelfde moment als dat degene tot wie de beschikking is gericht in de gelegenheid wordt gesteld daarover zijn zienswijze uit te brengen.
3 De Stichting Autoriteit Financiële Markten maakt een beschikking als bedoeld in het eerste lid niet eigener beweging openbaar gedurende twee weken nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze bekend is gemaakt, tenzij degene tot wie de beschikking is gericht de beschikking zelf heeft openbaar gemaakt, heeft doen openbaar maken of openbaarmaking met degene tot wie de beschikking is gericht is overeengekomen.

Artikel 3.4b Artikel 2.7 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een inbreuk of inbreuk binnen de Unie, op bepalingen waarvoor de Stichting Autoriteit Financiële Markten krachtens artikel 3.1 is aangewezen als bevoegde autoriteit, met dien verstande dat voor «de Autoriteit Consument en Markt» wordt gelezen «de Stichting Autoriteit Financiële Markten».