Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)


Hoofdstuk XII

Slotbepalingen

Artikel 136 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt een openbaar elektronisch register in stand van krachtens deze wet getroffen regelingen.
2 In het register wordt van iedere regeling in ieder geval vermeld:
a. de deelnemende bestuursorganen en de datum van hun toetreding;
b. de openbare lichamen waarvan de deelnemende bestuursorganen onderdeel uitmaken;
c. het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 26, tweede lid, artikel 41, eerste lid, artikel 50a, eerste lid, artikel 52, eerste lid, artikel 62, artikel 74, eerste lid, of artikel 84, eerste lid;
d. de wettelijke voorschriften waardoor de bevoegdheden van het samenwerkingsverband worden beheerst;
e. de bevoegdheden die bij de regeling dan wel, met toepassing van artikel 10, tweede lid, tweede zin, krachtens de regeling zijn overgedragen;
f. het adres, gegevens over bereikbaarheid en de plaats van vestiging;
g. of een openbaar lichaam, een bedrijfsvoeringsorganisatie of een gemeenschappelijk orgaan is ingesteld en onder welke naam, dan wel toepassing of overeenkomstige toepassing wordt gegeven aan artikel 8, vierde lid, alsmede de datum van hun instelling onderscheidenlijk vanaf welke datum toepassing of overeenkomstige toepassing wordt gegeven;
h. een verwijzing naar de geconsolideerde tekst van de regeling;
i. een overzicht van de wijzigingen van de regeling en een verwijzing naar de bijbehorende geconsolideerde versies van de regeling.
3 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de inrichting van het register en de toevoeging van gegevens.
4 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan het register ambtshalve aanvullen met gegevens uit openbare bron.

Artikel 137 Waar in enig wettelijk voorschrift in algemene zin naar de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt verwezen, wordt deze verwijzing geacht te zijn geschied naar deze wet.

Artikel 138 Vervallen

Artikel 139 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van deze wet.
2 Voor zover bij die uitvoering belangen zijn betrokken, welke aan de zorg van een andere minister zijn toevertrouwd, geschiedt de uitvoering in overeenstemming met de desbetreffende minister.

Artikel 140 Deze wet kan worden aangehaald als "Wet gemeenschappelijke regelingen".

Artikel 141 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.