Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)
Hoofdstuk XIa
Regelingen tussen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
§ 1Bevoegdheid tot treffen van een regeling
Artikel 124 1 De eilandsraden, de bestuurscolleges en de gezaghebbers van twee of meer openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba kunnen afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor het eigen openbaar lichaam bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die openbare lichamen.2 De bestuurscolleges en de gezaghebbers zenden het ontwerp van de regeling toe aan de eilandsraden van de deelnemende openbare lichamen, met uitzondering van het ontwerp van een regeling die getroffen of mede getroffen wordt door de eilandsraden.
3 De eilandsraden van de deelnemende openbare lichamen kunnen bij de bestuurscolleges en de gezaghebbers van hun openbare lichaam binnen acht weken hun zienswijze over het ontwerp van de regeling naar voren brengen. Indien de eilandsraden geen zienswijze naar voren wensen te brengen stellen zij de bestuurscolleges en de gezaghebbers hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte.
4 De bestuurscolleges en de gezaghebbers gaan niet over tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de eilandsraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
5 Onder het treffen van een regeling wordt in dit artikel mede verstaan het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling.
§ 2
Algemene bepalingen
Artikel 125 1 Bij de regeling kan een openbaar lichaam onder de naam samenwerkingslichaam worden ingesteld. Het samenwerkingslichaam is een rechtspersoon.2 In daarvoor bijzonder in aanmerking komende gevallen kan bij de regeling, in plaats van een openbaar lichaam, een gemeenschappelijk orgaan worden ingesteld.
3 In een regeling kan worden bepaald dat daarin omschreven bevoegdheden van bestuursorganen of van ambtenaren van twee of meer aan de regeling deelnemende openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden uitgeoefend door bestuursorganen, onderscheidenlijk door ambtenaren van een van de deelnemende openbare lichamen.
Artikel 126 De artikelen 9 tot en met 28 zijn van overeenkomstige toepassing met uitzondering van de artikelen 20, 22, 24, 24a, 25 en 28, met dien verstande dat:
a. telkens in die bepalingen wordt gelezen voor:
– gemeente: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
– gemeenten: openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
– gemeentebestuur: eilandbestuur;
– gemeentebesturen: eilandbesturen;
– gemeenteraad: eilandsraad;
– gemeenteraden: eilandsraden;
– raad: eilandsraad;
– raden: eilandsraden
– college van burgemeester en wethouders: bestuurscollege
– burgemeester: gezaghebber;
– burgemeesters: gezaghebbers;
– wethouder: eilandgedeputeerde;
– wethouders: eilandgedeputeerden;
– openbaar lichaam: samenwerkingslichaam;
– gedeputeerde staten: Rijksvertegenwoordiger, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
b. bij de toepassing van artikel 10, vierde lid, voor artikel 81p, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 79q, eerste lid, van de Provinciewet of artikel 51b eerste lid, van de Waterschapswet wordt gelezen: artikel 107, eerste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
c. bij de toepassing van artikel 14, eerste lid, voor dezelfde gemeente wordt gelezen: hetzelfde openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
d. artikel 7, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing is op een ontslagbesluit als bedoeld in artikel 16, vijfde lid;
e. bij de toepassing van artikel 16, zesde lid, voor artikel 25 van de Gemeentewet wordt gelezen: artikel 26 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
f. bij de toepassing van artikel 21, tweede lid, voor artikel 44, vijfde lid, van de Gemeentewet, wordt gelezen: artikel 56, vijfde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
g. bij de toepassing van artikel 21, vijfde lid, voor artikel 99 van de Gemeentewet, wordt gelezen: artikel 123 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
h. bij de toepassing van artikel 23, eerste en tweede lid, voor artikel 5.1 van de Wet open overheid telkens wordt gelezen: artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES.
Artikel 127 1 Artikel 16 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is van overeenkomstige toepassing op een lid van het bestuur van het samenwerkingslichaam.
2 Ten aanzien van een lid van het gemeenschappelijk orgaan is artikel 16, eerste lid, onder a en b, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba van overeenkomstige toepassing.
3 Wanneer is gehandeld in strijd met het eerste lid, is artikel X 8, eerste tot en met vijfde lid, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 128 1 De artikelen 17, 18, 20, 21, 23, 27, 29, 30, 31, 32, 33, 34 en 35 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van het samenwerkingslichaam van overeenkomstige toepassing.
2 Het algemeen bestuur van het samenwerkingslichaam en het gemeenschappelijk orgaan vergaderen jaarlijks tenminste tweemaal.
3 De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.
4 Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
5 De voorzitter kan vervolgens alsnog besluiten dat de vergadering in het openbaar wordt gehouden indien hij dit in het kader van het openbaar belang nodig acht.
6 Het algemeen bestuur regelt op welke wijze ambtelijke bijstand wordt verleend aan de leden van het algemeen bestuur.
7 Het eerste tot en met zesde lid en artikel 23, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het gemeenschappelijk orgaan, indien de regeling is getroffen of mede is getroffen door eilandsraden.
8 De artikelen 62, 63, 64, 65, 67, 68, 69, 70, 71 en 72 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en artikel 23, eerste lid, van deze wet zijn, voor zover bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het gemeenschappelijk van overeenkomstige toepassing, indien de regeling uitsluitend is getroffen door bestuurscolleges of gezaghebbers.
Artikel 129 1 Geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van een regeling tussen besturen van deelnemende openbare lichamen of tussen besturen van een of meer deelnemende openbare lichamen en het bestuur van het samenwerkingslichaam of het gemeenschappelijk orgaan worden door de Rijksvertegenwoordiger beslist, voor zover zij niet behoren tot die, vermeld in artikel 112, eerste lid, van de Grondwet of tot die, waarvan de beslissing krachtens artikel 112, tweede lid, van de Grondwet is opgedragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. In eerste en enige aanleg wordt het geschil voorgelegd aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
2 De Rijksvertegenwoordiger kan bij de beslissing van het geschil het desbetreffende bestuur opdragen een besluit te nemen met inachtneming van het in hun beslissing bepaalde en binnen een daartoe te stellen termijn. Indien binnen de gestelde termijn het besluit niet is genomen, geschiedt dit door de Rijksvertegenwoordiger.
3 In spoedeisende gevallen kan de Rijksvertegenwoordiger bij de beslissing van het geschil in de plaats van het desbetreffende bestuur een besluit als bedoeld in het tweede lid nemen.
§ 3
Bevoegdheden bij regelingen tussen openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 130 1 Aan het bestuur van het samenwerkingslichaam of aan het gemeenschappelijk orgaan kunnen bij de regeling ten aanzien van de belangen ter behartiging waarvan zij wordt getroffen, en voor het gebied waarvoor zij geldt, zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur worden overgedragen als aan de besturen van de aan de regeling deelnemende openbare lichamen toekomen, met dien verstande dat:a. aan het bestuur van het samenwerkingslichaam niet de bevoegdheid kan worden overgedragen andere belastingen te heffen dan de belasting, bedoeld in artikel 60 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de rechten bedoeld in artikel 62 van de Wet financiën Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de rechten waarvan de heffing krachtens andere wetten dan de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geschiedt;
b. aan het gemeenschappelijk orgaan niet de bevoegdheid kan worden overgedragen belastingen te heffen of anderszins algemeen verbindende voorschriften te geven.
2 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid wordt daarbij tevens de verhouding van de overgedragen bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende openbare lichamen geregeld.
3 Voor zover een verordening van het samenwerkingslichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemend openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, regelt eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen, dat de verordening van een van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba voor het gehele gebied dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Artikel 131 Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het samenwerkingslichaam van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.
Artikel 132 Een verordening van het samenwerkingslichaam tot heffing van een belasting regelt voor welke bestuurscolleges of ambtenaren de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zullen gelden.
Artikel 133 1 Ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur van het samenwerkingslichaam of die van het gemeenschappelijk orgaan zijn van overeenkomstige toepassing de regels, in de ruimste zin, welke bij of krachtens de wet zijn gesteld voor de verdeling van de bevoegdheden van de eilandsbesturen over de eilandelijke bestuursorganen, voor de uitoefening van die bevoegdheden, alsmede voor het toezicht daarop. Dit geldt niet voor zover daarvan bij of krachtens deze wet is afgeweken.
2 De besturen van de deelnemende openbare lichamen kunnen bij de regeling beperkingen aanbrengen in de bevoegdheden die door het bestuur van het samenwerkingslichaam onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan zouden kunnen worden ontleend aan de regelen, bedoeld in het eerste lid.
3 Voor bij algemene maatregel van bestuur aan te geven categorieën van gevallen, waarin inachtneming van bepaalde regels, bedoeld in het eerste lid, onevenredig belastend zou zijn in verhouding tot het met die regels beoogde doel kunnen bij die maatregel daarvan afwijkende regels worden gesteld.
Artikel 134 1 Het algemeen bestuur van het samenwerkingslichaam of het gemeenschappelijk orgaan stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.
2 Het algemeen bestuur van het samenwerkingslichaam of het gemeenschappelijk orgaan stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.
3 Het dagelijks bestuur van het samenwerkingslichaam of het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft aan het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 135 1 Het dagelijks bestuur van het samenwerkingslichaam of het gemeenschappelijk orgaan zendt de ontwerpbegroting zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, onderscheidenlijk zes weken voordat zij door het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld, toe aan de eilandsraden van de deelnemende openbare lichamen.
2 De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende openbare lichamen voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 18, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor «eilandsraad» wordt gelezen «algemeen bestuur».
3 De eilandsraden van de deelnemende openbare lichamen kunnen bij het dagelijks bestuur van het samenwerkingslichaam onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
4 Het dagelijks bestuur van het samenwerkingslichaam onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan stelt de eilandsraden van de deelnemende openbare lichamen voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
5 Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur van het samenwerkingslichaam onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan, zo nodig, de begroting aan de raden van de deelnemende openbare lichamen, die ter zake bij het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
6 Het eerste, derde en vierde lid zijn van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. In de gemeenschappelijke regeling kan worden bepaald ten aanzien van welke categorieën begrotingswijzigingen hiervan kan worden afgeweken.