Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)


Hoofdstuk II

Regelingen tussen provincies

Afdeling 2

Algemene bepalingen

Artikel 41 1 De artikelen 8 tot en met 26 zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 20, vierde lid, en met dien verstande dat:
a. bij de toepassing van artikel 10, vierde lid, voor «artikel 81p, eerste lid, van de Gemeentewet» wordt gelezen: artikel 79q, eerste lid, van de Provinciewet;
b. bij de toepassing van artikel 16, vijfde lid, voor artikel 25 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 25 van de Provinciewet;
c. bij de toepassing van artikel 19b voor «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het provinciebestuur» wordt gelezen: Onze Ministers;
d. de ontheffing bedoeld in artikel 20, tweede lid, wordt verleend door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
e. bij de toepassing van artikel 21, vierde lid, voor artikel 99 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 96 van de Provinciewet;
f. bij de toepassing van artikel 22, eerste lid, voor de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet worden gelezen de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Provinciewet;
g. bij de toepassing van artikel 24, eerste lid, voor artikel 22 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 22 van de Provinciewet;
h. bij de toepassing van artikel 24, vierde lid, voor de artikelen 96 tot en met 99 van de Gemeentewet worden gelezen de artikelen 93 tot en met 96 van de Provinciewet;
i. bij de toepassing van artikel 24a voor «artikel 22 van de Gemeentewet» wordt gelezen «artikel 22 van de Provinciewet» en voor «De artikelen 96, tweede en derde lid, tweede zin, 98 en 99 van de Gemeentewet» wordt gelezen «De artikelen 94, tweede en derde lid, tweede zin, 95 en 96 van de Provinciewet»;
j. bij de toepassing van artikel 25, eerste lid, voor artikel 22 van de Gemeentewet en de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, van deze wet wordt gelezen artikel 22 van de Provinciewet en de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, van deze wet;
k. bij de toepassing van artikel 25, eerste lid jo artikel 21, vierde lid, voor artikel 99 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 96 van de Provinciewet;
l. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor «gemeentebestuur» wordt gelezen «provinciebestuur», voor «gemeente» wordt gelezen «provincie», voor «gemeenten» wordt gelezen «provincies» en voor «gemeenteblad» wordt gelezen «provinciaal blad».
2 Wanneer is gehandeld in strijd met het eerste lid juncto artikel 20, eerste lid, is artikel X 7, eerste tot en met vijfde lid, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 42 Vervallen