Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)
Artikel 99 1 Op verzoek van het bestuur van een of meer gemeenten kunnen gedeputeerde staten, indien een zwaarwegend openbaar belang dat vereist, gemeenten aanwijzen waarvan de besturen een gemeenschappelijke regeling moeten treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen.
2 Een aanwijzing kan ook betreffen de verplichting tot wijziging of opheffing van een bestaande regeling, alsmede de verplichting tot toetreding tot of uittreding uit een bestaande regeling.
3 Alvorens een aanwijzing te geven, plegen gedeputeerde staten overleg met de besturen van de betrokken gemeenten. Bij een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, plegen gedeputeerde staten tevens overleg met het bestuur van het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan dat bij de betreffende regeling is ingesteld. Het overleg duurt ten hoogste dertien weken, te rekenen vanaf de datum waarop gedeputeerde staten de betrokken besturen tot het voeren van overleg in de gelegenheid hebben gesteld.
4 Bij de aanwijzing stellen gedeputeerde staten een termijn binnen welke een regeling ter kennisneming aan hen dient te worden gezonden. Deze termijn bedraagt ten hoogste zes maanden.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2006 | wijziging | Stb 2005 668 (pdf) | 27008 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1998 | wijziging | Stb 1997 510 (pdf) | 25280 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-07-1994 | nieuw | Stb 1994 399 (pdf) | 23139 | MvT (pdf) |
01-07-1994 | vervallen | Stb 1994 399 (pdf) | 23139 | MvT (pdf) |
31-12-1990 | wijziging | Stb 1990 609 (pdf) | 21176 | MvT (pdf) |
01-01-1985 | nieuwe-regeling | Stb 1984 667 (pdf) | 16538 | MvT (pdf) |