Wet flexibel werken (Wfw)


Artikel 2b

Overgang naar een andere vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden

1 De werknemer kan de werkgever verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, indien de werknemer ten minste 26 weken voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst is bij die werkgever. Het verzoek wordt door de werknemer schriftelijk bij de werkgever ingediend. De tweede en derde zin van het eerste lid van artikel 2 zijn van overeenkomstige toepassing.
2 De werkgever beslist, indien hij tien of meer werknemers heeft, binnen een maand schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek van de werknemer. Indien de werkgever minder dan tien werknemers heeft beslist hij schriftelijk en gemotiveerd binnen drie maanden na het verzoek.
3 Indien de werkgever niet binnen een in het tweede lid bedoelde termijn beslist, wordt de vorm van arbeid aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer.
4 De werknemer kan, behoudens onvoorziene omstandigheden, een jaar nadat de werkgever een verzoek als bedoeld in het eerste lid heeft ingewilligd of afgewezen, opnieuw een verzoek indienen. Voor een werkgever met minder dan tien werknemers geldt dat de beslissing op een soortgelijk verzoek mondeling kan worden gedaan als de motivering voor het antwoord met betrekking tot de werknemer ongewijzigd is gebleven. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
5 Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer:
a. die doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat. Onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden wordt mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden;
b. die werkzaam is op basis van een zee-arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 694 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of een arbeidsovereenkomst in de zeevisserij als bedoeld in artikel 739 van genoemd wetboek.
6 De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-08-2022 nieuw Stb 2022 277 (pdf) 35962 MvT (web) MvT (pdf)