Wet controle op rechtspersonen (Wdv)
Paragraaf 4
Het verstrekken van gegevens uit de registratie
Artikel 5 1 Onze Minister kan uit eigen beweging of desgevraagd, ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in individuele gevallen risicomeldingen doen aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bestuursorganen, diensten, toezichthouders en andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, onderscheidenlijk het toezicht op de naleving van wetgeving.2 Gegevens over de echtgenoot, geregistreerd partner of levensgezel, de ouders, kinderen en kleinkinderen van de in artikel 4, eerste en tweede lid bedoelde personen worden alleen in een risicomelding opgenomen, indien dat nodig is voor de onderbouwing van die risicomelding.
3 Een ieder die krachtens deze wet de beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde die zijn neergelegd in een risicomelding is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij bij algemene maatregel van bestuur mededeling wordt toegestaan.
4 Van het doen van een risicomelding wordt aantekening gehouden. Deze aantekening wordt gedurende twee jaren bewaard.
5 Het bestuursorgaan dat een risicomelding ontvangt, kan gedurende twee jaren gebruik maken van die melding.
6 Indien binnen de in het vierde lid bedoelde gebruikstermijn geen gebruik is gemaakt van de risicomelding, verwijdert het ontvangende bestuursorgaan na ommekomst van deze termijn de risicomelding uit zijn administratie.
Artikel 6 1 Onze Minister kan uit eigen beweging of desgevraagd ter uitvoering van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde taak in individuele gevallen gegevens die in de registratie zijn opgenomen verstrekken aan:
a. de vaste gebruikers, die deze in verband met de uitoefening van hun taak behoeven, over de personen ten aanzien van wie zij zulks kenbaar hebben gemaakt;
b. aan een persoon die met de opsporing van strafbare feiten is belast, wanneer uit de gegevens zelf een redelijk vermoeden voortvloeit dat een bepaalde persoon een strafbaar feit heeft begaan.
c. andere instanties of personen met een publiekrechtelijke taak die deze in verband met de uitoefening van hun taak behoeven.
2 Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke instanties of personen met een publiekrechtelijke taak als vaste gebruikers worden aangemerkt alsmede voor welk doeleinde.
3 Indien verstrekking van persoonsgegevens uit de registratie plaatsvindt aan de in het eerste lid, onder c, genoemde andere instanties of personen, wordt van die verstrekking en het doeleinde daarvan aantekening gehouden. De aantekening wordt gedurende vijf jaren bewaard.
4 Ten behoeve van een verkennend onderzoek als bedoeld in artikel 126gg van het Wetboek van Strafvordering kunnen de gegevens uit de registratie worden verstrekt of anderszins verwerkt in samenhang met een andere verzameling van persoonsgegevens, zonder beperking tot het individuele geval voor zover dit noodzakelijk is voor dat onderzoek.
Artikel 7 1 Onze Minister kan ter uitvoering van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde taak in individuele gevallen ten behoeve van het doen van een risicomelding, bedoeld in artikel 5, eerste lid, desgevraagd of uit eigen beweging gegevens verstrekken die afkomstig zijn van:
a. de Justitiële Informatiedienst;
b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
c. de politie en de Koninklijke marechaussee.
2 In afwijking van artikel 67, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 67, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en artikel 10, eerste lid, van de Registratiewet 1970 kan Onze Minister ter uitvoering van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde taak in individuele gevallen ten behoeve van een risicomelding desgevraagd of uit eigen beweging gegevens verstrekken die afkomstig zijn van de rijksbelastingdienst.
3 Voor andere doelen dan genoemd in het eerste en tweede lid worden geen gegevens verstrekt die afkomstig zijn van:
a. de Justitiële Informatiedienst;
b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
c. de politie en de Koninklijke marechaussee;
d. Onze Minister van Financiën, voorzover het gegevens betreft die verstrekt worden door de rijksbelastingdienst;
e. bestuursorganen en diensten die met de opsporing van strafbare feiten of met het toezicht op financiële instellingen zijn belast, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder e.
Artikel 8 1 Uit de registratie kunnen gegevens worden verstrekt aan instanties in een ander land, die aldaar een publiekrechtelijke functie vervullen die verband houdt met het doel van de registratie.
2 Indien in dat land geen passende waarborgen als bedoeld in artikel 46 van de Algemene verordening gegevensbescherming worden geboden en waar betrokkenen niet beschikken over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen, kunnen persoonsgegevens slechts worden verstrekt in het geval dat aan nader bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen is voldaan.