Wet controle op rechtspersonen (Wdv)


Paragraaf 1

Algemene bepalingen

Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
b. registratie: de verzameling van gegevens die verwerkt worden ten behoeve van het doeleinde beschreven in artikel 2, eerste lid;
c. gegeven: persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder 1, van de Algemene verordening gegevensbescherming en elk ander gegeven dat verband houdt met het bestuur van een vennootschap;
d. risicomelding: verstrekking uit de registratie die een constatering van een verhoogd risico op misbruik van een rechtspersoon bevat en waarvan de risicoanalyse, die bestaat uit gegevens uit de registratie die in samenhang worden gepresenteerd, onderdeel is;
e. rechtspersoon:
1°. naamloze vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, stichting, Europese naamloze vennootschap, Europese coöperatieve vennootschap, Europees economisch samenwerkingsverband, die de statutaire zetel in Nederland heeft; en
2°. onderneming die toebehoort aan een buitenlandse rechtspersoon die een hoofd- of nevenvestiging in Nederland heeft als bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de Handelsregisterwet 2007;
f. vaste gebruiker: de instantie of persoon met een publiekrechtelijke taak die is aangewezen conform artikel 6, tweede lid.

Artikel 2 1 Onze Minister controleert rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen, waaronder het plegen van misdrijven en overtredingen van financieel-economische aard door of door middel van deze rechtspersonen.
2 Onze Minister verwerkt gegevens in de registratie met het oog op het in het eerste lid genoemde doel.
3 De gegevens, bedoeld in het tweede lid, kunnen worden gebruikt voor het doen van een risicomelding over een rechtspersoon.

Artikel 2a 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de rijksbelastingdienst verstrekken op zijn verzoek aan Onze Minister de gegevens die deze behoeft ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2 De gegevensverstrekking ingevolge het eerste lid geschiedt kosteloos.