Wet arbeid vreemdelingen (Wav)


Artikel 4 1 Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is evenmin van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die beschikt over een krachtens de Vreemdelingenwet 2000 afgegeven verblijfsvergunning, welke is voorzien van een aantekening van Onze Minister van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat aan die vergunning geen beperkingen zijn verbonden voor het verrichten van arbeid.
2 Een zodanige aantekening wordt uitsluitend afgegeven aan een vreemdeling:
a. die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder b of d, van de Vreemdelingenwet 2000;
b. die gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaar heeft beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 en die nadien zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd; of
c. die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2022 wijziging Stb 2021 505 (pdf) 35680 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2014 wijziging Stb 2013 499 (pdf) 33475 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2001 wijziging Stb 2000 496 (pdf) 26975 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-1995 nieuwe-regeling Stb 1994 959 (pdf) 23574 MvT (pdf)