Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)


Artikel 5b 1 Indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarmee een niet-kentekenplichtige aanhangwagen wordt voortbewogen, dan wel waaraan een niet-kentekenplichtige aanhangwagen is gekoppeld, en niet aanstonds is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 31, tweede lid, de administratieve sanctie opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken van het trekkend motorrijtuig ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven.
2 Indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een kentekenplichtige aanhangwagen, wordt de administratieve sanctie opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken van de aanhangwagen ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. Indien het kenteken van de aanhangwagen niet is vastgesteld, dan wel indien de aanhangwagen niet kentekenplichtig is, wordt de administratieve sanctie opgelegd aan degene die ten tijde van de gedraging eigenaar of houder was van de aanhangwagen.
3 Indien sprake is van een geval als bedoeld in het eerste of tweede lid dan wordt daarbij gewezen op het bepaalde in artikel 8.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 36264 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2010 nieuw Stb 2009 525 (pdf) 31391 MvT (web) MvT (pdf)