Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
Artikel 20c 1 Indien de zaak op een zitting zal worden behandeld worden partijen uitgenodigd ter zitting. De oproep aan degene die hoger beroep heeft ingesteld wordt gericht aan het adres opgegeven in het beroepschrift in hoger beroep dan wel, in geval de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld, aan het door de betrokkene in het verweerschrift of in het beroepschrift bij de rechtbank opgegeven adres.
2 Degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd, kan zich ter zitting laten bijstaan of zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.
3 Ter zitting kunnen getuigen of deskundigen worden meegebracht ten einde door het gerechtshof te worden gehoord. Het gerechtshof kan ambtshalve of op verzoek ook andere personen als getuige of deskundige horen.
4 Het gerechtshof kan bevelen dat getuigen niet zullen worden gehoord en tolken niet tot de uitoefening van hun taak zullen worden toegelaten dan na het afleggen van de eed of belofte.
5 Ze leggen in dat geval ten overstaan van de voorzitter de eed of belofte af;
de getuigen: dat zij zullen zeggen de gehele waarheid en niets dan de waarheid;
de tolken: dat zij hun plichten als tolk met nauwkeurigheid zullen vervullen.
De deskundigen zijn verplicht hun taak onpartijdig en naar beste weten te vervullen.
6 Van het verhandelde ter zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, hetwelk door de voorzitter en de griffier wordt vastgesteld en ondertekend.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
wijziging | Stb 2016 290 (pdf) | 34212 | MvT (web) MvT (pdf) | |
01-01-2002 | wijziging | Stb 2001 584 (pdf) | 27878 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2000 | nieuw | Stb 1999 469 (pdf) | 25927 | MvT (web) MvT (pdf) |