Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)


Artikel 3 1 De verzekering moet tegen betaling van één enkele premie, gedurende de gehele looptijd van de verzekering, met inbegrip van de perioden waarin het motorrijtuig zich op het grondgebied van een andere lidstaat bevindt, dekken de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waartoe het motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven, van iedere bezitter, houder en bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, alsmede van degenen die daarmede worden vervoerd, zulks met uitzondering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van hen die zich na het sluiten van de verzekering door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en van hen die, dit wetende, dat motorrijtuig zonder geldige reden gebruiken.
2 De verzekering moet de schade omvatten, welke aan personen en aan zaken wordt toegebracht door feiten die zijn voorgevallen op het grondgebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is. Hierin is begrepen de schade, toegebracht aan personen die onder welke titel ook, worden vervoerd door het motorrijtuig, dat de schade veroorzaakt; de zaken, door dat motorrijtuig vervoerd, kunnen van de verzekering worden uitgesloten, behoudens wanneer het betreft zaken, toebehorende aan personen, vervoerd krachtens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning. (Stb. 1987, 175)
3 De verzekering moet voorts de schade omvatten welke aan personen en zaken wordt toegebracht door feiten, voorgevallen in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen landen. De hoogte van de dekking van de schade, die bedoeld in het tweede en vijfde lid daaronder begrepen, wordt bepaald door de wetgeving van het land waar het feit is voorgevallen dan wel door de wetgeving van het land waar het motorrijtuig gewoonlijk is gestald, indien in laatstbedoeld land de dekking hoger is. Indien het bureau, bedoeld in artikel 2 zesde lid, een zodanige schade heeft verrekend, heeft het voor het betaalde bedrag verhaal op degene op wie de verplichting tot verzekering rust, voor zover deze verplichting niet overeenkomstig het bepaalde in dit lid is nagekomen.
4 In afwijking van het bepaalde in het derde lid moet ten aanzien van motorrijtuigen, als bedoeld in artikel 7 van de richtlijn, de verzekering de schade omvatten welke aan personen en zaken wordt toegebracht door feiten, voorgevallen op het grondgebied waar de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is.
5 In afwijking van het tweede lid, eerste zin, het derde lid, eerste zin en het vierde lid, moet ten aanzien van een motorrijtuig dat niet heeft te gelden als voertuig in de zin van artikel 1, onderdeel 1, van de richtlijn, de verzekering de schade omvatten, welke aan personen en aan zaken wordt toegebracht door feiten die zijn voorgevallen in Nederland en in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen landen.
6 De verzekering moet de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de door het motorrijtuig veroorzaakte schade dekken zoals die aansprakelijkheid voortvloeit uit de toepasselijke wet.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
11-06-2007 wijziging Stb 2007 194 (pdf) 30860 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2001 wijziging Stb 2000 314 (pdf) 26456 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1997 wijziging Stb 1995 542 (pdf) 24177 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1994 wijziging Stb 1993 609 (pdf) 22903 MvT (pdf)
01-01-1993 wijziging Stb 1992 610 (pdf) 22520 MvT (pdf)
01-01-1992 wijziging Stb 1989 490 (pdf) 19077 MvT (pdf)
Stb 1991 607 (pdf)
01-01-1988 wijziging Stb 1987 175 (pdf) 18985 MvT (pdf)
01-06-1986 wijziging Stb 1983 614 (pdf) 14281 MvT (pdf)
01-07-1973 wijziging Stb 1972 616 (pdf) 11864 MvT (pdf)
01-01-1967 wijziging Stb 1966 559 (pdf) 8819 MvT (pdf)
01-01-1965 nieuwe-regeling Stb 1963 228 (pdf) 6342 MvT (pdf)