Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)

Artikel 14 1 De bestuurder van een motorrijtuig dat geen kenteken behoeft, alsmede de bestuurder van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, zevende lid, onder d en e, moet, tenzij bij of krachtens algemene maatregel van bestuur anders is bepaald, bij zich hebben een bij of krachtens die maatregel voorgeschreven bewijs van verzekering. De bestuurder van een motorrijtuig die bij een ongeval of een gebeurtenis is betrokken, is verplicht, wanneer hij ingevolge het bepaalde in dit lid een document bij zich moet hebben, dit behoorlijk ter inzage te verstrekken aan degenen die eveneens bij dat ongeval of die gebeurtenis zijn betrokken.
2 De verplichtingen van de verzekeraar die een bewijs van verzekering heeft uitgereikt, eindigen slechts door het verloop van een termijn van 16 dagen na afloop van de periode waarvoor het bewijs is afgegeven. De Algemene termijnenwet is op deze termijn niet van toepassing.
3 Deze verplichtingen eindigen echter van rechtswege na het van kracht worden van een nieuwe verzekering welke ten aanzien van hetzelfde motorrijtuig het in artikel 3 bedoelde risico dekt.
4 In afwijking van het tweede lid eindigen de verplichtingen van het bureau bedoeld in artikel 2, zesde lid, door verloop van de geldigheidsduur van het, voor het motorrijtuig afgegeven, internationale verzekeringsbewijs, indien die verplichtingen uit de afgifte van dat bewijs voortvloeien.

Wijzigingen

Datum	Betreft	Bekendmaking	Kamerdossier	Memorie van toelichting
11-06-2007	wijziging	Stb 2007 194 (pdf)	30860	MvT (web) MvT (pdf)
17-02-1999	wijziging	Stb 1999 30 (pdf)	25836	MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1997	wijziging	Stb 1995 542 (pdf)	24177	MvT (web) MvT (pdf)
01-07-1984	wijziging	Stb 1983 614 (pdf)	14281	MvT (pdf)
01-01-1967	wijziging	Stb 1966 559 (pdf)	8819	MvT (pdf)
01-01-1965	nieuwe-regeling	Stb 1963 228 (pdf)	6342	MvT (pdf)
01-12-1964	wijziging	Stb 1964 315 (pdf)	7113	MvT (pdf)