Wegenverkeerswet 1994 (WVW)


Hoofdstuk IV

Kentekens en kentekenbewijzen

§ 7

Kentekenplaten

Artikel 70a 1 De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is een of meer van de in artikel 40, tweede lid, bedoelde bij de erkenning aangewezen merken aan te brengen.
2 Het is verboden om zonder de in het eerste lid bedoelde erkenning de aldaar bedoelde merken aan te brengen.
3 Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld die aan de erkenning worden verbonden en worden met betrekking tot die voorschriften regels vastgesteld. Die regels hebben in ieder geval betrekking op:
a. de fabricage en levering van kentekenplaten en onderdelen daarvan en de daarbij te volgen procedure;
b. de registratie van gegevens met betrekking tot de ingekochte materialen, de productie, de af- en uitval, de voorraad en de aflevering van kentekenplaten en onderdelen daarvan.

Artikel 70b 1 De fabrikant van kentekenplaten is in geval van levering van kentekenplaten verplicht tot het vastleggen van gegevens omtrent: van:“omtrent: van:’’ moet zijn ”omtrent:”
a. het betrokken kenteken;
b. de aard en het nummer van het identiteitsdocument van degene door, respectievelijk namens wie de kentekenplaten worden aangevraagd, en
c. het aantal afgegeven kentekenplaten.
2 Indien de kentekenplaten worden aangevraagd namens een rechtspersoon of door een daartoe bij ministeriële regeling aangewezen erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62, worden in plaats van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder b, vastgelegd de bij ministeriële regeling aangewezen gegevens.
3 Indien bij de levering van kentekenplaten die door, respectievelijk namens een natuurlijk persoon zijn aangevraagd, een ander identiteitsdocument dan een rijbewijs of paspoort wordt overgelegd, wordt tevens vastgelegd de naam, de beginletters van de voornaam of voornamen en het adres van degene door, respectievelijk namens wie de kentekenplaten worden aangevraagd.
4 De fabrikant verstrekt gegevens die zijn vastgelegd op grond van het eerste tot en met derde lid in een registratie, uitsluitend en desgevraagd aan de ambtenaren van de Dienst Wegverkeer, belast met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen, en aan de ambtenaren van politie belast met de handhaving van de uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen en van de verboden, bedoeld in artikel 41, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van hun taak.
5 De vastgelegde gegevens worden gedurende één jaar na de vastlegging bewaard.
6 Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld omtrent de inrichting en het beheer van het register.

Artikel 70c 1 Na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 70b, vijfde lid, worden de daar bedoelde vastgelegde gegevens overgedragen aan de Dienst Wegverkeer.
2 Uit de registratie worden door de Dienst Wegverkeer uitsluitend en desgevraagd aan de ambtenaren van politie belast met de handhaving van de uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen en van de verboden, bedoeld in artikel 41, gegevens verstrekt voor zover deze noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van hun taak.
3 De vastgelegde gegevens worden door de Dienst Wegverkeer maximaal vijf jaar na de overdracht, bedoeld in het eerste lid, bewaard.
4 De Dienst Wegverkeer stelt ten aanzien van het verwerken van de persoonsgegevens als bedoeld in het eerste lid, een reglement vast.

Artikel 70d 1 De erkenning wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief verleend indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen. Deze eisen betreffen onder meer de administratieve organisatie van de natuurlijke persoon of rechtspersoon alsmede de wijze waarop deze ervoor zorg draagt dat de aan het aanbrengen van de merken verbonden procedures in acht worden genomen.
2 Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning.
3 De erkenning wordt in ieder geval geweigerd indien een reeds aan de aanvrager verleende erkenning op grond van artikel 70f, tweede lid, is ingetrokken binnen een direct aan de datum van indiening van de aanvraag voorafgaande periode van twaalf weken, dan wel van zes maanden ingeval reeds twee of meer malen een dergelijke aan de aanvrager verleende erkenning is ingetrokken.

Artikel 70e 1 Met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Van een zodanig besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. Het toezicht omvat in ieder geval het periodiek controleren van de organisatie van degene aan wie de erkenning is verleend.
2 Degene aan wie een erkenning is verleend, is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3 Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een erkenning is verleend. Deze regels kunnen inhouden dat een verscherpt toezicht wordt gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen.

Artikel 70f 1 De Dienst Wegverkeer trekt een erkenning in, indien degene aan wie die erkenning is verleend, daarom verzoekt.
2 De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen dan wel de daaraan verbonden voorschriften wijzigen indien degene aan wie de erkenning is verleend:
a. niet meer voldoet aan de voor de erkenning gestelde eisen;
b. een verplichting als bedoeld in artikel 70e niet nakomt, of
c. handelt in strijd met een of meer andere uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen.
3 De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.

Artikel 70g Het is een ieder aan wie niet een erkenning als bedoeld in artikel 70a is verleend, verboden zich op zodanige wijze te gedragen, dat daardoor bij het publiek de indruk kan worden gewekt, dat zodanige erkenning aan hem is verleend.

Artikel 70h Bij de verkrijging van een kentekenplaat worden de bij ministeriële regeling aangewezen identiteitsdocumenten en overige documenten overgelegd.

Artikel 70i 1 De eigenaar of houder van een motorrijtuig of aanhangwagen is verplicht in geval van:
a. overdracht van dat motorrijtuig of die aanhangwagen aan een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62 ten behoeve van uitvoer naar het buitenland of voorgoed buitengebruikstelling, tot inlevering van de betrokken kentekenplaten bij dat bedrijf tegelijk met de overdracht;
b. beëindiging van de tenaamstelling van dat motorrijtuig of die aanhangwagen door een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 66a ten behoeve van uitvoer naar het buitenland, tot inlevering van de betrokken kentekenplaten bij dat bedrijf tegelijk met de beëindiging van de tenaamstelling.
2 In geval van uitvoer naar het buitenland anders dan door een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62 of artikel 66a, is de eigenaar of houder van het motorrijtuig of de aanhangwagen verplicht tot inlevering van de betrokken kentekenplaten bij de Dienst Wegverkeer tegelijk met de uitvoer.
3 Indien het kentekenbewijs zijn geldigheid heeft verloren, anders dan in geval van het eerste of het tweede lid, kan de Dienst Wegverkeer verlangen dat de betrokken kentekenplaten binnen een bepaalde termijn bij deze dienst worden ingeleverd.

Artikel 70j 1 Indien de betrokken kentekenplaten overeenkomstig artikel 70i worden ingeleverd bij de Dienst Wegverkeer onderscheidenlijk een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62 of artikel 66a is deze dienst, onderscheidenlijk dit bedrijf verplicht tot het vastleggen van gegevens omtrent van:“omtrent van:’” moet zijn:” omtrent:
a. het betrokken kenteken, en
b. het aantal ingeleverde kentekenplaten.
De artikelen 70b, vierde tot en met zesde lid, en 70c zijn van overeenkomstige toepassing
2 De Dienst Wegverkeer, onderscheidenlijk het erkende bedrijf, is voorts, overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels, verplicht tot vernietiging van de ingeleverde kentekenplaten en tot registratie van de vernietiging.