Hoofdstuk III
Goedkeuring van voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan en van voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd
§ 1Algemene bepalingen
Artikel 21 1 Voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd en voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd worden slechts op de markt aangeboden of in de handel gebracht nadat ze zijn goedgekeurd, nadat ze zijn goedgekeurd met een ontheffing of vrijstelling of nadat hiervoor een vergunning is verleend.2 De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan zijn verleend als:
a. EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde eisen in de desbetreffende EU-verordening of -richtlijn in verband met de goedkeuring motorvoertuigen;
b. nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring indien dit bij ministeriële regeling is bepaald en wordt voldaan aan de daaraan gestelde eisen in artikel 23, derde lid; of
c. VN/ECE-goedkeuring indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde eisen in de desbetreffende geharmoniseerde technische reglementen als bedoeld in de Overeenkomst van 1958.
3 Een ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld in het eerste lid kan zijn verleend als:
a. een ontheffing, vrijstelling of vergunning in verband met EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden in de desbetreffende EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen; of
b. een ontheffing, vrijstelling of vergunning in verband met een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring voor zover dit bij ministeriële regeling is bepaald.
4 In afwijking van het eerste lid, worden voertuigen na wijziging van de voorwaarden voor goedkeuring, slechts op de markt aangeboden of in de handel gebracht:
a. indien het betreft een EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring, zolang wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden op grond in de desbetreffende EU-verordening of -richtlijn in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen;
b. indien het betreft een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring, zolang wordt voldaan aan de daaraan bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden; of
c. indien het betreft een VN/ECE-goedkeuring zolang wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden in de desbetreffende geharmoniseerde technische reglement als bedoeld in de Overeenkomst van 1958.
5 In afwijking van het eerste lid, worden bij ministeriële regeling gevallen genoemd waarin voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen niet aan goedkeuring onderhevig zijn voordat ze op de markt mogen worden aangeboden of in de handel mogen worden gebracht.
Artikel 22 1 Een goedkeuring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, of een ontheffing, vrijstelling of vergunning, bedoeld in artikel 21, derde lid, kan op aanvraag door de Dienst Wegverkeer worden verleend.
2 Een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring die is afgegeven door een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat van de Europese Unie wordt door de Dienst Wegverkeer gelijkgesteld met een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring indien wordt voldaan aan de voor gelijkstelling gestelde voorwaarden in de betreffende EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen.
3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring die is verleend door het bevoegd gezag van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in Zwitserland indien dit voortvloeit uit de op 21 juni 1999 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling (PbEG L 114).
4 Een EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring, als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel a, of een ontheffing, vrijstelling of vergunning, bedoeld in artikel 21, derde lid, onderdeel a, kan ook zijn verleend door een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat van de Europese Unie als bedoeld in een EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen.
5 Een VN/ECE goedkeuring kan ook zijn verleend door het daartoe bevoegde gezag in een Staat die partij is bij de Overeenkomst van 1958.
Artikel 23 1 Bij ministeriële regeling worden in verband met nationale typegoedkeuringen en -individuele goedkeuring nadere regels gesteld.
2 De in het eerste lid bedoelde regels kunnen in elk geval betrekking hebben op:
a. de goedkeuringseisen voor voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd of die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd;
b. de aanwezigheid van certificaten van overeenstemming;
c. het aanbrengen van platen of goedkeuringsmerken;
d. de toegang tot informatie uit het boorddiagnosesysteem en de reparatie- en onderhoudsinformatie;
e. de wijze van goedkeuren; en
f. de wijze waarop de conformiteit van de productie wordt geborgd, de controle hierop en de medewerking die daarvoor bij de noodzakelijke werkzaamheden wordt verlangd.
3 De Dienst Wegverkeer verleent een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring indien een voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of voorziening ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers, voldoet aan de op grond van het eerste lid gestelde eisen en, indien van toepassing, aan de daaraan gestelde eisen in een EU-harmonisatieverordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen tenzij de Dienst Wegverkeer van oordeel is deze goedkeuring zal leiden tot een ernstig gevaar voor de gezondheid, verkeersveiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang.
Artikel 24 De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het door hem verlenen van een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring voor de voor die goedkeuring noodzakelijke tests gebruik maken van de op grond van een EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen door hem aangewezen technische diensten.
Artikel 25 Degene aan wie een nationale typegoedkeuring of een VN/ECE-goedkeuring is verleend, is gehouden alle noodzakelijke medewerking te verlenen ten behoeve van controle op de conformiteit van de productie, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel f, het onderzoek ten behoeve van besluiten op grond van artikel 26, en het markttoezicht, bedoeld in artikel 158a.
Artikel 26 1 De Dienst Wegverkeer trekt een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring in, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt; of
b. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
2 De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen of intrekken indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorziening ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers doet of laat doorgaan voor goedgekeurd, terwijl die goedkeuring niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend;
b. het voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorzieningen ter bescherming van inzittenden of kwetsbare weggebruikers waarvoor de goedkeuring is verleend, desalniettemin een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;
c. de verplichtingen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, 25 of 28, tweede lid, niet worden nagekomen; of
d. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen.
3 De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen indien de goedkeuring ten onrechte lijkt te zijn verleend.
Artikel 27 1 Indien een fabrikant op de markt aangeboden of in de handel gebrachte voertuigen of systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn bestemd, voorzien van een nationale typegoedkeuring of VN/ECE-goedkeuring, of voorzieningen ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers voorzien van een VN/ECE-goedkeuring, uit de handel dient te nemen of dient terug te roepen omdat deze een ernstig gevaar vormen voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang, of indien deze niet blijkt te voldoen aan de daaraan voor goedkeuring gestelde eisen, stelt de fabrikant de Dienst Wegverkeer indien de betreffende goedkeuring door hem is verleend, en de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen als bedoeld in artikel 158, eerste lid, hiervan onmiddellijk in kennis.
2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld in verband met de uitvoering van het eerste lid.
Artikel 28 1 Een bij de Dienst Wegverkeer in te dienen aanvraag of verzoek in verband met de uitvoering van een EU-verordening of -richtlijn in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen of in verband met de uitvoering van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, wordt ingediend op de door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze.
2 De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van een aanvraag of verzoek als bedoeld in het eerste lid en in verband met het door de Dienst Wegverkeer verrichten van taken en handelingen en het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 4b, onderdelen a, a1 en b, worden door de Dienst Wegverkeer vastgesteld en komen ten laste van de aanvrager.