Wegenverkeerswet 1994 (WVW)


Artikel 4ai 1 De voorzitter en de overige leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een tijdvak van vier jaren en zijn aansluitend éénmalig voor een tijdvak van vier jaren herbenoembaar.
2 De leden van de raad van toezicht kan tussentijds op eigen verzoek, dan wel om zwaarwichtige redenen ontslag worden verleend.
3 Zolang in een vacature van de raad van toezicht niet is voorzien, vormen de overblijvende leden de raad van toezicht, met de bevoegdheid van de volledige raad. Betreft het de vacature van de voorzitter dan wijzen de overblijvende leden uit hun midden een lid aan dat tijdelijk als voorzitter fungeert.
4 Indien een lid wordt benoemd ter vervanging van een tussentijds opengevallen plaats, bepaalt Onze Minister het tijdvak van de benoeming.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 nieuw Stb 2012 442 (pdf) 33250 MvT (web) MvT (pdf)