Artikel 4 1 Het bepaalde bij of krachtens deze wet en provinciale en plaatselijke verordeningen gelden slechts voor zover zulks bij algemene maatregel van bestuur is bepaald:
a. ten aanzien van voertuigen, voor zover die worden gebezigd ten behoeve van de strijdkrachten;
b. voor militairen te voet, voor zover zij zich ter uitoefening van de dienst op de weg bevinden.
2 Buiten de omstandigheden, bedoeld in het derde lid en het vijfde lid, kunnen in de gevallen waarin het bepaalde bij of krachtens deze wet en provinciale en plaatselijke verordeningen niet ingevolge het eerste lid van toepassing is verklaard, bij algemene maatregel van bestuur regels worden vastgesteld en kunnen bij ministeriƫle regeling ter uitvoering daarvan nadere regels worden vastgesteld:
a. ten aanzien van voertuigen, voor zover die worden gebezigd ten behoeve van de strijdkrachten;
b. voor militairen te voet, voor zover zij zich ter uitoefening van de dienst op de weg bevinden.
3 Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.
Ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan bij koninklijk besluit worden bepaald dat van in dat besluit aan te wijzen bepalingen, genoemd in de algemene maatregel van bestuur bedoeld in het eerste lid, kan worden afgeweken door bestuurders van voertuigen gebezigd ten behoeve van de strijdkrachten en door militairen te voet die zich op de weg bevinden ter uitoefening van de dienst.
4 Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.
Ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan bij koninklijk besluit worden bepaald dat ten aanzien van voertuigen van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen overheidsdiensten, het bepaalde bij of krachtens deze wet en provinciale en plaatselijke verordeningen slechts gelden voor zover zulks bij die maatregel is bepaald.
5 Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.
In geval van de beperkte of de algemene noodtoestand is het militair gezag bevoegd voor het gebied waarvoor op grond van artikel 7, eerste lid, of 8, eerste lid, van de Coƶrdinatiewet uitzonderingstoestanden, bepalingen uit de Oorlogswet voor Nederland in werking zijn gesteld, regels vast te stellen inzake het verkeer op de weg, afwijkende van het bepaalde bij of krachtens deze wet en van provinciale en plaatselijke verordeningen, alsmede van de in het tweede lid bedoelde, bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels, voor zoveel dat door het gezag ter uitvoering van de militaire taak ter handhaving van de uitwendige of inwendige veiligheid nodig wordt geacht.
6 Door de vorige leden wordt de gewone aansprakelijkheid uit andere wettelijke bepalingen voortvloeiende, niet opgeheven of verminderd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-05-1997 | wijziging | Stb 1996 366 (pdf) | 23791 | MvT (pdf) |
01-01-1995 | wijziging | Stb 1994 858 (pdf) | 23664 | MvT (pdf) |