Titel IV
De financiën van het waterschap
Hoofdstuk XVIDe waterschapsbelastingen
Artikel 110 Het algemeen bestuur besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een waterschapsbelasting door het vaststellen van een belastingverordening.Artikel 111 De belastingverordening vermeldt in de daartoe leidende gevallen de belastingplichtige, het voorwerp van de belasting, het belastbare feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing, en hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is, alsmede het tijdstip van inwerkingtreding.
Artikel 112 Vervallen
Artikel 113 Behalve de belastingen of rechten waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt, worden door het waterschap geen andere belastingen en rechten geheven dan de precariobelasting, bedoeld in artikel 114, de rechten, bedoeld in artikel 115, en de heffingen, bedoeld in de artikelen 117, 122a en 122d.
Artikel 114 1 Het waterschap kan een precariobelasting heffen voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven grond of water van het waterschap, voor de openbare dienst bestemd.
2 Geen belasting wordt geheven ter zake van:
a. de infrastructuur nodig voor de productie en distributie van drinkwater als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, in samenhang met artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet;
b. een net als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;
c. een gastransportnet als bedoeld in artikel 39a van de Gaswet; of
d. werken als bedoeld in artikel 38 van de Warmtewet.
Artikel 115 1 Het waterschap kan alleen rechten heffen ter zake van:
a. het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het waterschap of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij het waterschap in beheer of in onderhoud zijn;
b. het genot van door of vanwege het bestuur van het waterschap verstrekte diensten;
c. het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen;
d. het op verzoek van een glastuinbouwbedrijf uit afvalwater als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en van hoofdstuk XVIII worden de in het eerste lid bedoelde rechten aangemerkt als waterschapsbelastingen.
3 In verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake.
Artikel 115a 1 Een aanslag die een bij de belastingverordening te bepalen bedrag niet te boven gaat, wordt niet opgelegd.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.