Titel II
De samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur
Hoofdstuk VHet dagelijks bestuur
§ 1De samenstelling
Artikel 40 1 Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden.2 Bij reglement kan worden bepaald welk aantal leden het dagelijks bestuur ten minste en ten hoogste telt.
Artikel 41 1 De leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, worden door het algemeen bestuur benoemd. Bij de benoeming zijn de beoogde leden in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die niet ouder is dan drie maanden.
2 De benoeming vindt plaats uit de leden van het algemeen bestuur. Indien bij de benoeming sprake is van een stemming, geschiedt deze stemming geheim.
3 Gedeputeerde staten kunnen, indien het reglement dat bepaalt, ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid. Geen ontheffing wordt verleend indien het de ombudsman of een lid van de ombudscommissie betreft als bedoeld in artikel 51b, eerste lid.
4 De leden van het dagelijks bestuur treden in ieder geval na de stemming, bedoeld in artikel J 6a van de Kieswet, af:
a. op het moment dat ten minste de helft van het door het algemeen bestuur te benoemen aantal leden van het dagelijks bestuur is benoemd en deze benoemingen zijn aanvaard; en
b. binnen drie maanden na het begin van de zittingsduur van het algemeen bestuur.
5 Het algemeen bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, ontslag verlenen, indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezitten. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
6 Indien het aantal leden van het dagelijks bestuur dat in functie is, minder bedraagt dan de helft van het door het algemeen bestuur vastgestelde aantal leden, treedt de voorzitter in de plaats van het dagelijks bestuur totdat dit aantal de hierbedoelde helft heeft bereikt.
§ 1a
De plaatsvervanging
Artikel 41a 1 Het dagelijks bestuur verleent aan een lid van dat bestuur op diens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige.2 Het dagelijks bestuur verleent aan een lid van dat bestuur op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van het lidmaatschap binnen acht weken zal kunnen hervatten.
3 In het geval een lid van het dagelijks bestuur vanwege ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de voorzitter namens het lid het verzoek doen indien de continuïteit van het waterschapsbestuur dringend vereist dat in vervanging van de het lid wordt voorzien.
4 Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.
5 Aan een lid van het dagelijks bestuur wordt gedurende de zittingsperiode ten hoogste drie maal verlof verleend.
Artikel 41b 1 Het dagelijks bestuur beslist zo spoedig mogelijk op een verzoek tot verlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indiening van het verzoek.
2 De beslissing geschiedt in overeenstemming met de verklaring van de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat.
Artikel 41c 1 Het algemeen bestuur kan een vervanger benoemen voor het lid van het dagelijks bestuur dat met verlof is gegaan. Artikel 40 is niet van toepassing.
2 De vervanger is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.
3 Indien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of door het algemeen bestuur wordt ontslagen, kan het algemeen bestuur voor de resterende duur van het verlof een vervanger benoemen.
§ 2
De inrichting
Artikel 42 1 De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het dagelijks bestuur niet anders heeft bepaald.2 Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het dagelijks bestuur.
Artikel 43 Vervallen
Artikel 44 1 De leden van het dagelijks bestuur genieten ten laste van het waterschap een bezoldiging en een tegemoetkoming in de kosten van de uitoefening van hun werkzaamheden volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en andere voorzieningen die verband houden met het ambt van lid van het dagelijks bestuur. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doet de voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur.
2 Buiten hetgeen hen bij of krachtens de wet is toegekend, genieten de leden van het dagelijks bestuur als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van het waterschap.
3 De leden van het dagelijks bestuur genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur ongeacht of die vergoedingen ten laste van het waterschap komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de waterschapskas.
4 Tot vergoedingen als bedoeld in het derde lid, behoren inkomsten, onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die het lid van het dagelijks bestuur neerlegt bij beëindiging van het ambt.
5 Andere inkomsten dan die bedoeld in het derde lid worden met de bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer. De rijksbelastingdienst verstrekt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de verrekening de benodigde gegevens.
6 Indien het lid van het dagelijks bestuur zijn ambt in deeltijd vervult, vindt geen verrekening plaats van de inkomsten, bedoeld in het vijfde lid.
7 Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de wijze waarop het lid van het dagelijks bestuur gegevens over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze gegevens.
Artikel 44a 1 Op de bezoldiging is, voor zover in deze wet niet anders is bepaald, beslag mogelijk overeenkomstig de voorschriften van het gemene recht.
2 Kostenvergoedingen krachtens artikel 44, eerste lid, tweede zin, zijn niet vatbaar voor beslag.
Artikel 44b Onverschuldigd betaalde bezoldiging kan worden teruggevorderd.
Artikel 44c 1 Met de bezoldiging kan worden verrekend hetgeen het lid van het dagelijks bestuur zelf als zodanig aan het waterschap verschuldigd is.
2 Verrekening als bedoeld in het eerste lid kan plaatshebben ondanks gelegd beslag of toegepaste korting als bedoeld in artikel 44d, eerste lid.
3 Verrekening als bedoeld in het eerste lid is slechts in zoverre geldig als een beslag op die bezoldiging geldig zou zijn, met dien verstande dat verrekening van hetgeen wegens genoten huisvesting of voeding is verschuldigd eveneens kan plaatsvinden met dat deel van de bezoldiging dat de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vormt.
Artikel 44d 1 Op de bezoldiging kan ten behoeve van een schuldeiser van het lid van het dagelijks bestuur een korting worden toegepast, mits het lid van het dagelijks bestuur de vordering van de schuldeiser erkent dan wel het bestaan van de vordering blijkt uit een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak dan wel uit een authentieke akte.
2 Korting is slechts in zoverre geldig als een beslag op die bezoldiging geldig zou zijn.
3 Beslag, faillissement, surseance van betaling en toepassing ten aanzien van het lid van het dagelijks bestuur van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen sluiten korting uit.
Artikel 44e Voor de toepassing van artikel 475b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden, onverminderd artikel 44c, tweede lid, en artikel 44d, derde lid, verrekening en korting gelijkgesteld met beslag.
Artikel 44f Indien verscheidene schuldeisers uit hoofde van beslag of korting aanspraak hebben op een deel van de bezoldiging, geschiedt de verdeling naar evenredigheid der inschulden, voor zover niet de ene schuldeiser voorrang heeft boven de anderen.
Artikel 44g 1 Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling, waardoor het lid van het dagelijks bestuur enig recht op zijn bezoldiging aan een derde toekent is slechts geldig voor dat deel van de bezoldiging waarop beslag geldig zou zijn.
2 Een volmacht tot voldoening of invordering van de bezoldiging is slechts geldig indien zij schriftelijk is verleend en is steeds herroepelijk.
Artikel 44h Betaling of afgifte aan een gemachtigde, nadat een volmacht tot voldoening of invorderingen van bezoldiging is geëindigd, ontlasten het waterschap, indien een gegeven opdracht tot de betaling of afgifte niet meer tijdig kon worden ingetrokken, toen het waterschap van het eindigen van de volmacht kennis kreeg.
Artikel 44i Beslag omvat in deze wet ook de invordering, bedoeld in artikel 19 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 44j Met bezoldiging worden in de artikelen 44a tot en met 44h gelijkgesteld de bedragen – onder de benaming van uitkering of welke benaming ook – waarop het lid van het dagelijks bestuur krachtens artikel 44, eerste lid, eerste zin, aanspraak heeft of waarop zijn nagelaten betrekkingen uit hoofde van zijn overlijden krachtens artikel 44, eerste lid, aanspraak hebben.
Artikel 44k 1 Een lid van het dagelijks bestuur vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn functie als lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.
2 Een lid van het dagelijks bestuur meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan het algemeen bestuur.
3 Een lid van het dagelijks bestuur maakt zijn nevenfuncties openbaar. De openbaarmaking vindt plaats terstond na benoeming tot lid van het dagelijks bestuur of aanvaarding van een nevenfunctie en geschiedt zowel op elektronische wijze als door terinzagelegging op de secretarie van het waterschap.
4 Een lid van het dagelijks bestuur dat zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt zowel op elektronische wijze als door terinzagelegging op de secretarie van het waterschap uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.
5 Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.
Artikel 45 Ten aanzien van de leden van het dagelijks bestuur zijn de artikelen 38 tot en met 39 van overeenkomstige toepassing. Bovendien zijn de artikelen 31, 33 en 34 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de leden van het dagelijks bestuur die zijn benoemd met gebruik van een op grond van artikel 41, derde lid, verleende ontheffing.