Hoofdstuk 9
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 115 1 De bevoegdheid van Onze Minister om op grond van artikel 106a een gezichtsopname en vingerafdrukken van een vreemdeling af te nemen en te verwerken, vervalt twaalf jaar na de inwerkingtreding van de wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van biometrische kenmerken in de vreemdelingenketen in verband met het verbeteren van de identiteitsvaststelling van de vreemdeling (Stb. 2014, 2).2 De in de vreemdelingenadministratie opgenomen gegevens, bedoeld in artikel 107, eerste lid, onderdeel a, worden twaalf jaar na de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde wet van 11 december 2013 vernietigd.
3 Onze Minister bevordert dat uiterlijk drie maanden na het tijdstip, bedoeld in het eerste en het tweede lid, een voorstel van wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend, waarbij de wijzigingen die in deze wet zijn aangebracht door artikel I, onderdelen A, D en E, van de in het eerste lid bedoelde wet van 11 december 2013, ongedaan worden gemaakt.
Artikel 116 Vervallen
Artikel 117 Vervallen
Artikel 118 Vervallen
Artikel 119 Vervallen
Artikel 120 Vervallen
Artikel 121 Vervallen
Artikel 122 Vervallen
Artikel 123 Vervallen
Artikel 124 Deze wet wordt aangehaald als: Vreemdelingenwet 2000.